Het nieuwe pensioenplan komt eraan. Vooral werkgevers en de pensioensector zelf moeten snel aan de bak. Nog drieënhalf jaar, dan moeten alle pensioenen zijn overgezet naar het nieuwe stelsel.  

Zo’n 1,4 biljoen euro, ofwel wat wij met ons allen in anderhalf jaar verdienen. Om zoveel geld gaat het bij de hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. Het raakt niet alleen werkenden die nu pensioen opbouwen, maar ook iedereen die nu al met pensioen is. Ook bestaande pensioenen gaan namelijk over naar het nieuwe stelsel.

10 jaar aan voorbereiding (en protest)

Over het nieuwe pensioenstelsel is een jaar of tien intensief gepraat, gerekend en gelobbyd. En er is ook flink tegen geprotesteerd. Sommige partijen vrezen dat de pensioenen op de tocht staan en dat we een casinopensioen krijgen, waarbij je met een beetje pech je pensioen vergokt.

Zo’n vergelijking is tendentieus, misleidend en eigenlijk gewoon onzin. Maar dat de hoogte van je pensioen minder zeker wordt dan vroeger, staat vast. Nu is de huidige zekerheid al een schijnzekerheid. Doordat de meeste pensioenen jarenlang niet werden verhoogd, daalde de koopkracht van gepensioneerden jarenlang. Maar deze sluipende daling viel niet zo op. Het nieuwe stelsel is veel transparanter, zodat tegenvallende resultaten meteen zichtbaar zijn en niet kunnen worden weggemasseerd. Het vergt veel uitleg en geduld om over te brengen wat het nieuwe pensioenstelsel betekent – en wat niet.

Wat gaat er veranderen in Wet toekomst pensioen?

De voornaamste verandering is dat voortaan iedereen een eigen, persoonlijke pensioenpot opbouwt, waarbij de pensioenpremie wordt belegd op een wijze die past bij je leeftijd en risicohouding. Nu nog wordt alles in één grote pot gestopt. Een persoonlijke pensioenpot betekent dat je pensioen niet langer van tevoren vaststaat, maar dat dit afhangt van het rendement dat je met je beleggingen hebt gemaakt.

Waarom moeten we naar een nieuw pensioenstelsel?

En een gegarandeerd pensioen omruilen in een onzeker pensioen klinkt niet als een verbetering, kortom: waarom moeten we eigenlijk naar een nieuw stelsel?

Een belangrijke aanjager is het feit dat we steeds ouder worden. Daardoor is het haast ondoenlijk nu al op de euro nauwkeurig een bepaald pensioen te beloven dat pas over tientallen jaren ingaat. Verder is pensioen vanwege de garantie van een vast pensioen vooraf heel duur geworden.

Nog een reden voor de hervorming is dat arbeidsmarkt de afgelopen tijd is veranderd. Werknemers blijven niet meer hun hele werkende leven bij één werkgever en dus één pensioenregeling, maar switchen regelmatig van werkgever. Daardoor bouwen zij op meerdere plaatsen pensioen op. Ook beginnen veel werkenden op een gegeven moment voor zichzelf. Het huidige stelsel gaat in wezen nog uit van een werknemer die 40 jaar lang bij één werkgever in loondienst is.  

Het nieuwe stelsel is beter bestand tegen het feit dat we steeds ouder worden, is transparanter en is flexibeler, zodat het makkelijk is mee te nemen naar een regeling bij een nieuwe werkgever. En last but not least leidt het volgens recente berekeningen van De Nederlandsche Bank (DNB) gemiddeld tot een hoger pensioen.

Wat staat ons de komende tijd te doen?

Eerst zijn de pensioensector zelf, werkgevers en werknemers aan zet. Zij moeten de komende maanden nadenken over wat voor stelsel zij precies willen hebben. Want ook in het nieuwe stelsel zijn er meerdere varianten met elk een eigen kostenplaatje en flexibiliteit. Daarbij gaat het eigenlijk om twee hervormingen:

1. het aanpassen van de wijze waarop pensioenen in de toekomst worden opgebouwd en
2. het overzetten van de bestaande pensioenen.

Dat laatste is misschien nog wel de grootste uitdaging. Want in principe gaan ook de huidige al opgebouwde pensioenen over naar het nieuwe stelsel. Niet alleen de pensioenen van werkenden, maar ook de pensioenen van gepensioneerden. Zoals bij elke hervorming zijn er ook hier winnaars en verliezers. Voor de groep verliezers moet compensatie worden gevonden. De vraag is hoe die compensatie wordt gegeven en wie dat gaat betalen. Sommigen vrezen een golf van rechtszaken, omdat een min of meer gegarandeerd pensioen minder zeker wordt.

Dit is een artikel in een reeks van Aegon Cappital. Aegon Cappital is de premiepensioeninstelling (PPI) van Aegon. Vooruitdenken, dat is waar we blij van worden. Samen met adviseurs, werkgevers en werknemers. Zodat werknemers nú slimme keuzes maken voor later. Lees meer artikelen in het dossier Is jouw pensioen akkoord?.