Nog 340.000 huiseigenaren staan op virtueel verlies met de waarde van hun huis. Als ze nu zouden verkopen dan krijgen ze minder dan ze eerder voor hun woning hebben betaald.

Dat heeft woningmarktonderzoeker Calcasa uitgezocht door aankoopprijzen te vergelijken met huidige woningwaardes.

Dankzij het aantrekken van de woningverkopen zijn de huizenprijzen sinds het dieptepunt van de markt in 2013 weer flink opgelopen. Toch worden er nog steeds woningen met verlies verkocht, constateert Calcasa. Vooral mensen die hun huis tussen 2006 en 2009 aanschaften, doen deze bij verkoop nu vaak met verlies van de hand.

ABSOLUTE-WONINGEN

De meeste woningen die nu nog minder waard zijn dan hun oorspronkelijke aankoopprijs liggen in het oosten en zuiden van het land. Daar staan nog respectievelijk 120.000 en 127.000 huizen op virtueel verlies. In het westen van het land ligt dit aantal met 34.000 stuks aanzienlijk lager. Kopers die hun verlies al hebben genomen zijn niet meer meegeteld in deze cijfers.

Verbouwen

Ondertussen steken we méér in de verbouwing van ons huis. In de eerste vier maanden van dit jaar hebben mensen die geld willen lenen voor een verbouwing gemiddeld 16.060 euro aangevraagd, ruim 17 procent meer dan in dezelfde periode van 2016, zo blijkt uit cijfers van kredietadviseur Geldshop.

De regionale verschillen zijn behoorlijk groot, blijkt uit het onderzoek van Geldshop. In Flevoland wordt met 19.827 euro het meest geleend, in Zeeland met 13.555 euro het minst.

De stijging van het leenbedrag voor verbouwingen is een nieuw teken dat de huizenmarkt weer booming is. Uit cijfers van het CBS bleek vorige week dat koopwoningen afgelopen april 7,4 procent duurder waren dan in april 2016. Al sinds juni 2013 gaan de huizenprijs in een gestage lijn omhoog.

Ten opzichte van die maand liggen de woningprijzen nu gemiddeld 16,7 procent hoger, te vergelijken met de situatie in het voorjaar van 2006 voor het uitbreken van de kredietcrisis.