De keuze van de Britse bevolking voor een toekomst buiten de Europese Unie heeft de economie van het Verenigd Koninkrijk nu al tientallen miljarden ponden gekost. Dat heeft gouverneur Mark Carney van de Bank of England (BoE) gezegd tegen de BBC bij het World Economic Forum in Davos.

Carney zei dat de Britse economie nu 1 procent kleiner is dan de BoE voorafgaand aan het Brexit-referendum in juni 2016 voorspelde. Dat komt volgens de centralebankpresident doordat Groot-Brittannië door de onzekerheid rond het vertrek uit de EU niet ten volle kan profiteren van de gunstige economische ontwikkelingen elders in de wereld.

Al met al heeft het land volgens Carney sinds het referendum 40 miljard pond minder verdiend dan anders het geval zou zijn geweest. Hij wees erop dat dit twee keer het bedrag is dat Groot-Brittannië volgens voorstanders van de Brexit jaarlijks zou besparen als het geen EU-bijdrage meer betaalt.

Laagste groei in 5 jaar

De jongste cijfers onderstrepen dat de Britse economie geen gelijke tred houdt met die in veel andere grote landen, zoals Duitsland en de Verenigde Staten. De groei is in 2017 afgezwakt tot 1,8 procent, het laagste tempo in vijf jaar tijd. In 2016 behoorde het land nog tot de sterkst groeiende ontwikkelde economieën ter wereld.

Het ziet er niet naar uit dat 2018 veel verbetering gaat brengen. Economen gaan ervan uit dat de groei dit jaar verder afzwakt naar 1,4 procent. De koopkracht van consumenten lijdt nog altijd sterk onder de waardedaling van het Britse pond, die geïmporteerde producten in korte tijd veel duurder heeft gemaakt. En bedrijven stellen investeringen uit totdat duidelijk is hoe de Brexit er precies uit komt te zien.

Carney heeft daarbij een duidelijke voorkeur. Hoe nauwer de handelsrelaties met de EU en de rest van de wereld straks worden, hoe beter dat is voor de Britse economie, zei hij.

Schade aan Nederlandse economie

De Brexit kan ook "catastrofaal" uitpakken voor Nederlandse ondernemers. Die moeten zich daarom goed voorbereiden op de eventuele gevolgen, waarschuwen staatssecretaris van Economische Zaken Mona Keijzer en voorzitter Hans de Boer van werkgeversorganisatie VNO-NCW in een dubbelinterview in het AD.

Met name mkb-bedrijven bereiden zich nu lang nog niet altijd goed voor, zegt De Boer. Na de Brexit kunnen bedrijven die handel drijven met het Verenigd Koninkrijk te maken krijgen met douaneheffingen, oponthoud door grenscontroles en allerlei extra rompslomp. Dat kost ondernemers veel extra geld.

De Rabobank stelde in oktober dat een harde Brexit, dus zonder nieuwe handelsafspraken, Nederland 4,25 procent economische groei kan kosten tot 2030. Uit een ander rapport van KPMG kwam naar voren dat ieder bedrijf 78 euro tot 126 euro per zending kwijt is als er geen afspraken komen.

Een Brexit zou ook veel extra import- en exportaangiften opleveren. Volgens Keijzer onderzoekt de overheid momenteel of extra douaniers nodig zijn. VNO-NCW becijferde al dat een versterking van zeshonderd tot negenhonderd man noodzakelijk is.

LEES OOK: Boris Johnson voelt naar verluidt niets voor een ‘softe’ Brexit: dan liever lid blijven van de EU