2016 was een jaar waarin gevestigde partijen en politieke nieuwkomers lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. Ook Nederland is verdeeld over zaken als immigratie, de Europese Unie en directe democratie.

In de aanloop naar de verkiezingen zullen politieke nieuwkomer Thierry Baudet (Forum voor Democratie) en D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven om de week met elkaar in debat gaan over een specifiek onderwerp.

Deze week schrijft Van Veldhoven een antwoord op Baudet. Zijn eerder verschenen column over referenda vind je hier.

Lees hier alle eerder verschenen columns


Anderhalf jaar geleden is het door D66 mogelijk gemaakt om niet-bindende referenda aan te vragen. Voor D66 is dat een tussenstap. Want de maandenlange onduidelijkheid zoals met het raadgevende Oekraïne-referendum gebeurde, laat zien dat er een échte noodrem nodig is.

D66 heeft daar al in 2005 voorstellen voor gedaan. D66 wil een bindend referendum waarmee een besluit kan worden teruggedraaid met een helder ja of nee.

'U vraagt wij draaien'

Wie op 15 maart zijn stem wil uitbrengen, had bijna moeten kiezen uit 81 partijen op een stembiljet van een meter lang. Zonder referenda zouden nieuwkomers massaal buiten de deur gehouden worden met hoge drempels, zo stelde Thierry Baudet in zijn opinie vorige week.

Wat hij vooral bedoelt te zeggen: ik ben het niet eens met de besluiten, dus schuiven we de politiek terzijde en gaan we overal per referendum over besluiten. Niet na de besluitvorming, maar eraan vooraf en elke gril volgend, zo lijkt Baudet te betogen.

Referendum als noodrem

Voor D66 zijn referenda een noodrem. De vertegenwoordigende democratie blijft voorop staan. Politici zijn gekozen om zich namens de kiezer te verdiepen in allerlei onderwerpen: van kinderopvang, het terugdringen van de werkeloosheid of internationale crises. Gekozen politici nemen besluiten, zij nemen wetten aan of verwerpen die.

Normaal gesproken zal wat zij doen in lijn liggen met wat de meeste kiezers willen. Soms zal dat anders zijn. Een verkiezingsprogramma is namelijk geen draaiboek voor vier jaar. In die periode kan opeens een onderwerp langskomen waarover grote controverse bestaat, of blijken kiezers of politici in de tijd sinds de laatste verkiezing van gedachten veranderd. Dan kán er voor mensen een reden zijn om een genomen besluit te willen corrigeren.

D66 heeft zich de afgelopen jaren ingezet om referenda mogelijk te maken. D66 zet daarbij in op een referendum als noodrem. Van het correctieve soort dus; niet van het ‘wij durven niet, dus draait u maar’-type referenda dat door populistische partijen altijd voorgesteld wordt.

VVD/CDA/PvdA/GL laten het afweten

Wie een echte democratische noodrem wil, wie een echt in plaats van halfbakken referendum wil, moet dus op D66 stemmen. Het zal overigens lastig worden om hiervoor de vereiste twee derde meerderheid voor de Grondwetswijziging te vinden.

VVD en CDA waren altijd al tegen meer invloed voor de kiezer. PvdA en GroenLinks laten het nu ook afweten: na hun eerste ervaringen met referenda durven zij kiezers geen inspraak meer te geven en blijven liever doormodderen met de huidige halfslachtige wet. D66 is niet bang voor de kiezer, maar ook niet bang om verantwoordelijkheid te nemen. Daarom staan wij voor een representatieve democratie - mét een noodrem.

Kennis van velen inzetten

Daarnaast wil D66 mensen ook op andere manieren mee laten denken en ideeën aanleveren, in plaats van u alleen de mogelijkheid te geven iets af te wijzen. Door bijvoorbeeld burgers en organisaties vroeg in de besluitvorming te vragen om advies in plaats van helemaal aan het einde. Maar ook via Wikiwetgeving of ruimte voor burgerinitiatieven.

Zo zet je de wil en kennis van velen in de samenleving die wat willen bijdragen op zijn best in.

LEES OOK: ‘De Nederlandse kiezer is niet de baas in eigen land’