Boeing heeft bewust gekozen voor de ontwikkeling van een niet al te groot
toestel, met ruimte voor maximaal 330 passagiers.

Een vliegtuig van dit formaat is geschikt om rechtstreeks tussen steden
te vliegen en de grote knooppunten in het luchtverkeer, zoals Schiphol, te
vermijden. Het kan grote afstanden afleggen. Volgens Boeing kan de
Dreamliner bijvoorbeeld gemakkelijk van Rotterdam naar New York vliegen.

Het Amerikaanse concern denkt dat de passagier liever direct naar zijn
eindbestemming vliegt. Bovendien zou uit onderzoek blijken dat rechtstreekse
vluchten beter zijn voor het milieu dan het maken van een overstap.

Airbus denkt daar anders over. Deze Europese vliegtuigbouwer zet met
zijn dubbeldeksvliegtuig A380 juist in op de grote verkeersstromen tussen
knooppunten. Op die grote luchthavens moeten reizigers dan vervolgens in een
kleiner vliegtuig stappen om naar hun eindbestemming door te vliegen. De
A380 is het grootste passagiersvliegtuig ter wereld.

Overigens lijken beide maatschappijen de laatste tijd enigszins van hun
filosofie af te stappen. Airbus neemt de A350 in productie, een toestel dat
qua grootte vergelijkbaar is met de 787 en ook zeer lange afstanden kan
afleggen. Boeing gaat zijn succesnummer, de klassieke Jumbo 747, verlengen.
Dat betekent niet dat er evenveel passagiers in kunnen als in de A380, maar
de 747 komt wel in de buurt.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl