Bill Gates mag dan tot doel hebben extreme armoede uit te bannen, hij doet dat niet meer door zich te focussen op “ontwikkelingslanden”.

“Ik heb het de hele tijd over ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden gehad, maar dat zou ik niet moeten doen”, schrijft Gates in een nieuwe blogpost deze week.

Zijn beslissing om “ontwikkeling” en “ontwikkeld” uit zijn vocabulaire te schrappen komt door de verschijning van het boek Factfulness van zijn goede vriend Hans Rosling, een Zweedse statisticus. Rosling overleed vorig jaar aan alvleesklierkanker, maar zijn boek werd postuum uitgegeven nadat zijn zoon en schoondochter de laatste hoofdstukken voor hem hebben afgemaakt.

Gates noemt het “een van de meest leerzame boeken die ik ooit gelezen heb” en zegt dat de wereld er een stuk beter aan toe zou zijn als miljoenen anderen het ook lezen.

Factfulness is de laatste poging van Rosling om de fatalistische manier te veranderen waarop de meeste mensen volgens hem de wereld zien. Hij wil dat we weten dat het statistisch gezien allemaal helemaal niet zo slecht gaat als we misschien denken.

Hij denkt dat we te veel leunen op door emoties gedreven "instincten" bij het beschouwen van de wereld. Daardoor zien we de meeste zaken veel somberder dan ze in werkelijkheid zijn, zoals het onderwijs wereldwijd, gezondheidszorg en natuurrampen.

Een van de belangrijkste manieren waarop hij dat wil doen is te stoppen met de hele binaire tegenstelling tussen "ontwikkelingslanden" en "ontwikkelde landen".

In plaats daarvan is het veel nuttiger (en preciezer) om de wereld in te delen in vier inkomensgroepen. Terwijl iemand op niveau 1 misschien elke avond de vingers moet gebruiken om tanden te poetsen, zal iemand op niveau 4 waarschijnlijk zijn elektrische tandenborstel in de oplader doen op het moment dat hij zijn parelwitte tanden omspoelt.

Maar niet alleen Rosling verandert zijn woordgebruik als het om inkomens wereldwijd gaat. De Wereldbank gebruikt al een vergelijkbaar systeem van vier inkomensgroepen en Gates wil nu de volgende zijn.

"Ik ga proberen dit model te gebruiken om verder te komen", schrijft de Microsoft-oprichter en filantroop dinsdag op zijn blog.

Dit zijn die vier inkomensgroepen:


Niveau 1: Mensen leven van minder dan 2 dollar per dag. Rosling schat dat een miljard mensen op of onder deze grens leven. Ze lopen rond op blote voeten, koken op open vuur, halen water in een emmer en slapen op de grond.

Veel mensen in landen als Nepal, Madagascar en Lesotho vallen in deze inkomensgroep. Volgens Rosling is de levensverwachting in Lesotho het laagst van de hele wereld.


Niveau 2: De grote meerderheid van de wereldbevolking behoort tot deze inkomensgroep. Ze leven van tussen de 2 en 8 dollar per dag en hebben enkele bezittingen, zoals een fiets, een matras en gasfornuis om in huis te kunnen koken.

Foto: Lucy Nicholson/Reuters

Landen als Bangladesh, China, Zambia en Nigeria hebben allemaal mensen die in deze categorie vallen, maar natuurlijk zijn er ook veel Chinezen en Nigerianen die veel hogere inkomens hebben, vooral als ze in een grote stad wonen.

Dat is één van de reden waarom het volgens Rosling raar is om hele landen of zelfs werelddelen in brede categorieën als "ontwikkelingslanden" of "ontwikkeld" in te delen. Dat zegt niks.


Niveau 3: Dit is de op een na grootste categorie. Mensen op niveau 3 hebben stromend water, meestal een eigen auto of motor en kunnen elke dag goed en behoorlijk gevarieerd eten. Ze hebben ook elektriciteit en een koelkast, waardoor zaken als studeren en eten vers houden een stuk makkelijker zijn.

Foto: Palestijnse bruiloft in Ramallah. Bron: Paula Bronstein/Getty Images

Egypte, de Palestijnse gebieden, de Filipijnen en Rwanda hebben allemaal inwoners die op dit niveau leven.

Ze hebben meestal ook genoeg geld voor een korte vakantie en hun kinderen kunnen over het algemeen hun middelbare school afmaken, omdat ze niet vroegtijdig aan het werk hoeven om geld te verdienen voor hun familie.


Niveau 4: Net als bij niveau 1 vallen er ongeveer een miljard mensen in deze inkomensgroep. Ze verdienen meer dan 32 dollar per dag en hebben zowel warm als koud stromend water, een auto op de oprit en meer dan genoeg goed eten op hun bord. Ze hebben ook de kans gehad om minstens 12 jaar naar school te gaan.

Foto: More Good Foundation

Zo'n beetje iedereen die in landen als de VS, Mexico, Zuid-Afrika, Nederland of Zuid-Korea woont valt in deze inkomenscategorie. Het omvat wat mensen meestal zien als de "ontwikkelde wereld", maar het gaat maar om grofweg een zevende van de wereldbevolking.


Wees voorzichtig met aannemen dat jouw niveau het beste is of het meest "normale", zegt Rosling.

Foto: Farid Alouache/Shutterstock

"Wees voorzichtig door jouw ervaringen op niveau 4 te projecteren op de rest van de wereld", schrijft Rosling. "Vooral als je daardoor gaat denken dat andere mensen idioten zijn."

Mensen van over de hele wereld komen elke dag opnieuw en op elk niveau met ingenieuze oplossingen voor hun problemen. Rosling haalt daarbij het voorbeeld aan van een familie in Tunesië wier huis continu in aanbouw is.

"Als iemand in Zweden op die manier een huis bouwt, dan zouden we denken dat ze totaal niet kunnen plannen, of dat de bouwvakkers er vandoor zijn gegaan", schrijft hij in zijn boek.

Maar volgens Rosling is de reden dat het huis altijd in aanbouw is dat het zonder makkelijke toegang tot een bank de beste manier is voor een Tunesische familie om hun geld veilig te stellen. Een stapel bakstenen die beetje bij beetje aan het huis gemetseld wordt, is nauwelijks te stelen. Een stapel geld wel.

"Als iets er raar uitziet, wees dan nieuwsgierig en bescheiden", stelt Rosling. "Denk bij jezelf op wat voor manier het een slimme oplossing is."


En onthou dat "een niveau hoger" niet altijd iets goeds is.

Foto: Een wees-olifantje in Kenia. Bron: Chris Weller/Business Insider

Dat mensen zich niet op het topniveau 4 bevinden betekent niet dat ze een onbevredigend of minderwaardig leven leiden.

Volgens Rosling heeft zo'n 80 procent van de wereldbevolking in meerdere of mindere mate toegang tot elektriciteit. Dat betekent dat mensen op de niveaus 2, 3 en 4 allemaal dagelijks kunnen profiteren van stroom.

Dat betekent niet dat iedereen altijd maar stroom heeft en 's avonds bij het naar bed gaan allerlei schakelaars uit moeten zetten, maar op enig moment op de dag kunnen inpluggen en krijgen wat nodig is, of dat nu thuis is, op hun werk, op school of ergens anders.

Ondertussen doen mensen op niveau 4 ook niet alles goed. Ze zorgen met afstand voor de meeste CO2-uitstoot. Rosling merkt op dat Canadezen per hoofd van de bevolking "twee keer zoveel CO2 uitstoten als in China en acht keer zoveel als in India." De mensen op inkomensniveau 4 verbranden jaarlijks meer dan de helft van de fossiele brandstoffen die er op de hele wereld gebruikt worden.

LEES OOK: De beste presentaties van Hans Rosling, de geniale statisticus die cijfers tot leven wekte