Beleggers op de aandelenmarkt kunnen eind dit jaar waarschijnlijk op een uitstekend beursresultaat proosten, als er geen gekke dingen gebeuren in december.

Vele wereldindices staan dik in de plus vergeleken met de start van 2021. De Amsterdamse AEX-index noteert ruim 27 procent in de plus. De brede, Amerikaanse S&P 500-index won al ruim 25 procent sinds begin dit jaar.

Als deze trend van opgaande koersen zich voorzet tot het eind van dit jaar, kan het jaarlijkse rendement zelfs boven 30 procent uitkomen. Zo’n sterk resultaat is wel heel bijzonder en komt niet vaak voor, zou je denken.

Maar als we de historische gegevens van de S&P 500 sinds 1928 erbij pakken, zien we dat een beursrendement boven 30 procent al achttien keer in de afgelopen 93 jaar voorkwam. Oftewel ongeveer eens in de vijf jaar.

Het meest recente voorbeeld van een beursjaar met rendement boven 30 procent was 2019. In dat jaar werd het beursoptimisme gedreven door het goedkoopgeldbeleid van de centrale banken en er was nog geen sprake van coronalockdowns.

Opmerkelijker is dat jaren met een rendement tussen 20 procent en 30 procent relatief zeldzamer zijn dan jaren met extreem rendement van boven de 30 procent. Sinds 1928 kwamen deze vijftien keer voor.

Jaren met een rendement tussen 10 procent en 20 procent komen relatief het vaakst voor: twintig keer in de afgelopen 93 jaar.

Na sterk beursjaar volgt meestal iets rustiger, maar wel positief jaar

Dus een sterk jaar 2021 valt prima in de trend van voorgaande jaren. Maar wat kunnen we dan verwachten in 2022? Gaat de beurs dan een terugtrekkende beweging maken? Waarschuwingen voor een beurscrash klinken steeds luider.

Lees ook: Beleggers zijn veel te optimistisch over de winstgroei van bedrijven: beursdip van 20% goed mogelijk in de komende 12 maanden, aldus Bank of America

Laten we weer naar de geschiedenis van S&P 500 kijken. We nemen jaren wanneer het rendement boven 30 procent uitkwam en kijken wat er in het jaar daarna gebeurde.

Wat blijkt? Het gemiddelde rendement in een jaar dat volgt op een extreem sterk beursjaar is gelijk aan 10 procent. Dit betekent dat de beurs in het jaar na een sterk jaar door de bank genomen verder omhoog ging. De koersen gingen wel minder hard omhoog dan in het jaar daarvoor.

Hieronder kijken we per jaar, waarin het rendement boven 30 procent uitkwam, wat er in het jaar daarop gebeurde:

Een beurscorrectie met een negatief rendement kwam zes keer voor sinds 1928. Slechts één keer, in 1937, kwam het rendement lager uit dan min 30 procent en was het sterke resultaat van het voorgaande jaar dus helemaal teniet gedaan. In alle andere gevallen bleef een groot gedeelte van de winsten die behaald werden tijdens een sterk beursjaar staan.

Als de aandelenmarkt dit en volgend jaar zich gedraagt volgens deze historische trends hoeven beleggers zich niet al te veel zorgen te maken over een aankomende beursdip. Tegelijk geldt natuurlijk dat rendementen uit het verleden geen garantie geven voor de toekomst.

Lees meer over beleggen: