- Dividendaandelen vormen een mooi instrument om gestaag vermogen op te bouwen.
- De S&P Euro Dividend Aristocrats-ETF van State Street belegt in hoogdividendaandelen uit de eurozone.
- Business Insider geeft aan waar je op moet letten om te kunnen beoordelen of een hoog-dividend-ETF bij je past.
ANALYSE – Toegegeven, dividendaandelen zijn niet de meest spannende belegging. Grote koersklappers zul je hier niet vaak mee maken. Maar ze kunnen wel wat stabiliteit in je beleggingsportefeuille brengen.
Dit geldt vooral voor zogeheten dividendaristocraten: bedrijven die langere tijd onafgebroken een hoog dividend hebben geboden voor beleggers. In de VS ligt de lat voor dit predicaat op 25 jaar en in Europa op 10 jaar.
Het is daarom niet vreemd dat veel beleggers een deel van hun portefeuille invullen met hoogdividendaandelen; zeker nu de spaarrente zo laag is dat deze niet opweegt tegen de inflatie.
ETF’s, dat zij beursgenoteerd indexfondsen, kunnen een waardevolle rol spelen bij deze strategie. Al met een kleine inleg en tegen relatief lage kosten beleg je in een breed gespreid mandje met dividendaandelen.
Een van de opties is de SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats UCITS ETF (ISIN-code: IE00B5M1WJ87).
Lees ook: Dividend is de nieuwe spaarrente: 10 tips om de beste dividendaandelen te vinden
Dividend Aristocrats: wat houdt deze ETF in?
De SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats UCITS ETF is in februari 2012 gelanceerd door State Street Global Advisors.
De tracker volgt de S&P Euro HighYield Dividend Aristocrats-index, die bestaat uit 40 ondernemingen met het hoogste dividendrendement in de eurozone die zijn opgenomen in de S&P Europe Broad Market Index. Het gaat om bedrijven die minimaal tien achtereenvolgende jaren een stabiel of stijgend dividend hebben uitgekeerd.
Waarin belegt het fonds?
Kijken we naar de portefeuille, dan valt op dat er relatief veel nutsbedrijven zijn opgenomen: maar liefst 20 procent van het fondsvermogen zit hierin.
Bij veel Nederlandse beleggers staat deze sector nauwelijks op de radar, omdat ons land geen beursgenoteerde nutsbedrijven kent. Maar over de grens vind je ze wel. Denk bijvoorbeeld aan het Finse energiebedrijf Fortum, het Spaanse Red Eléctrica de España en het Portugese EDP-Energias de Portugal.
Dat nutsbedrijven in deze ETF zo sterk zijn vertegenwoordigd is niet zo vreemd. Ze hebben stabiele inkomsten: immers, ook in crisistijd moeten de lampen blijven branden en onze telefoon worden opgeladen.
Ook financials (waaronder de Duitse verzekeraars Allianz en Münich Re), industriële bedrijven en bedrijven in basismaterialen en de zorgsector zijn goed vertegenwoordigd.
IT-bedrijven daarentegen komen er nauwelijks aan te pas. Ook dat is niet zo vreemd, want zij hebben vaak de winst hard nodig om te investeren voor toekomstige groei.
Dit is de sectorverdeling:
- Nutsbedrijven: 20 procent
- Financials: 16,5 procent
- Industrie: 16,5 procent
- Basismaterialen: 15,3 procent
- Zorg: 12,7 procent
- Niet duurzame consumentengoederen: 9,2 procent
- Energie: 6,5 procent
- IT: 2,5 procent
Je belegt vooral in Duitse en Franse aandelen: deze nemen meer dan de helft van de portefeuille in beslag.
Hierna volgen België, Finland en Italië, zijn met een weging tussen 9 en 10 procent. Nederlandse namen hebben een bescheiden positie: 7 procent van het aandelenkapitaal is hierin belegd.
Wat levert het op?
Het dividendrendement (de winstuitkering als percentage van de koers) van het fonds is aantrekkelijk: 3,47 procent. Dat is bijna dubbel zo hoog als de huidige Nederlandse inflatie van 1,9 procent. Het dividend wordt tweemaal per jaar uitgekeerd.
Daarnaast kun je rendement behalen door oplopende koersen. De cijfers over de afgelopen 12 maanden zijn indrukwekkend: de ETF heeft een rendement behaald van 26,8 procent. Maar echt representatief is dat natuurlijk niet, gelet op het enorme beursherstel na de coronadip in maart vorig jaar.
Over de afgelopen vijf jaar bedraagt het gemiddelde jaarrendement 5,65 procent en sinds aanvang is dat 7,89 procent. Dat is redelijk vergelijkbaar met de brede aandelenmarkt.
Bedenk wel dat je voor flinke koersklappers beter een deur verder kunt kijken. Want een bedrijf dat een groot deel van de winst uitkeert aan de aandeelhouders, houdt minder geld over voor investeringen of overnames.
Wat zijn de risico’s?
Bedrijven doen hun best om de eretitel ‘dividendaristocraat’ te behouden, maar een garantie heb je niet: er kunnen omstandigheden zijn waardoor bedrijven hun dividendbeleid omgooien.
Dat is vorig jaar ook gebeurd. De dividenduitkeringen kelderden toen wereldwijd met 12,2 procent, zo blijkt uit de Janus Henderson’s Global Dividend Index.
Een op de vijf bedrijven verlaagde de uitkering en een op de acht keerde helemaal niets meer uit. Vooral in Europa (waar de SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats UCITS ETF zich op richt) vielen harde klappen: dit continent was goed voor meer dan de helft van de totale verlaging van de dividenduitkeringen.
Denk bijvoorbeeld aan Shell, dat toen voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog het mes in het dividend zette. Of aan banken, die op last van de ECB hun dividenduitkeringen bevroren.
De kans is groot dat het tij gaat keren als het economisch herstel doorzet. Maar de coronacrisis liet wel zien, dat het soms tegen kan zitten.
Daarnaast kunnen de koersen natuurlijk dalen, zoals bij elke aandelenbelegging. Dividendaristocraten zijn over het algemeen wat stabieler dan groeibedrijven, maar niet immuun voor een beurscrash.
In het standaard document dat de Essentiële Beleggingsinformatie geeft, is de SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats UCITS ETF ingedeeld in schaal 5 van de 7. Dat duidt op een bovengemiddeld risico.
Verder moet je beseffen dat het dividend bij deze ETF niet wordt herbelegd, maar periodiek uitgekeerd. Dat is prettig als je een constante inkomensstroom wil hebben. Maar op langere termijn levert het meer op als met de dividendopbrengsten steeds nieuwe aandelen worden gekocht, die ook weer dividend opleveren, enzovoort: het zogeheten rente-op-rente-effect.
Wat kost het?
Omdat de kosten een deel van je beleggingswinst afsnoepen, is het verstandig om hier goed op te letten, als je een beleggingsfonds kiest.
Een veel gebruikte maatstaf hiervoor is de total expense ratio (TER). Dit zijn de kosten die het fonds jaarlijks inhoudt voor geleverde diensten, zoals handels-, bewaar- en marketingkosten. De TER dekt niet alle kosten, maar geeft wel goede indicatie.
De TER van de ETF van State Street bedraagt 0,30 procent. Dat is een redelijk normaal bedrag voor een indexfonds.
Zijn er alternatieven?
Behalve voor een ETF kun je ook kiezen voor een actief beheerd fonds. Hierbij volgt de beheerder niet de index, maar selecteert hij zelf aandelen. Dit vertaalt zich wel in hogere kosten.
Een voorbeeld is het NN Premium Dividend Fund (ISIN-code NL0006311748), dat eveneens belegt in dividendaandelen uit de eurozone.
Dit fonds heeft dit jaar een aanzienlijk hoger rendement behaald (40 procent), maar op langere termijn is het rendement vergelijkbaar. De kosten zijn wel hoger: 0,83 procent van het fondsvermogen.
De weging van sectoren wijkt behoorlijk af van de ETF van State Street. Zo is slechts 7 procent belegd in nutsaandelen, terwijl techaandelen een veel hogere weging hebben (12 procent). Dat kan een verklaring zijn voor het rendementsverschil van afgelopen jaar.
Verder kun je er ook voor kiezen om wat breder te beleggen, door ook Europese aandelen van buiten de eurozone mee te nemen. Dit kan bijvoorbeeld via de iShares MSCI Europe Quality Dividend-ETF (ISIN-code: IE00BYYHSM20).
Hierin zijn Britse aandelen ruim vertegenwoordigd (met een weging van maar liefst 37 procent) en beleg je ook in Zwitserse aandelen. Britse bedrijven zijn relatief gul met dividendbetalingen, maar afgelopen jaar kwam daar de klad in.
Ook in dit fonds zijn nutsbedrijven wat minder sterk vertegenwoordigd (weging: 14 procent), terwijl financials een zwaardere weging hebben (20 procent).
De kosten van deze ETF fractioneel lager: 0,28 procent. Net als de ETF van State Street worden de dividenden uitgekeerd.
Een alternatief is het Kempen European High Dividend Fund (ISIN-code NL0000293348). Dit is een actief beheerd fonds dat net als de ETF van iShares belegt in hoogdividendaandelen uit heel Europa.
Maar een verschil is dat de dividenden worden de dividenden herbelegd. Daar staat wel tegenover dat de kosten een stuk hoger zijn: 0,78 procent.
Tot slot zou je ook kunnen kiezen voor een wereldwijde hoogddividend-ETF van State Street: de SPDR S&P Global Dividend Aristocrats ETF (ISIN-code: IE00B9CQXS71). Dit fonds belegt ook in Amerikaanse en Aziatische aandelen. Dat is afgelopen jaar gunstig geweest, want in de VS, China en Japan bleven de dividenduitkeringen redelijk op peil.
Bedrijven uit de eurozone komen er in deze ETF bekaald van af: nog geen 8 procent is hierin belegd. Meer dan de helft zit in Noord-Amerikaanse aandelen.
De sectorverdeling wijkt ook fors af ten opzichte van het Europese broertje van State Street. Zo zijn financials, de vastgoedsector en communicatie sterk(er) vertegenwoordigd, terwijl de zorgsector een zeer geringe weging heeft (2,7 procent).
Je moet voor deze ETF wel iets meer betalen: 0,45 procent. Bovendien loop je een valutarisico, omdat deze ETF in dollars noteert.
Wat je moet afwegen
Met een dividendrendement van 3,47 procent kan de SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats UCITS ETF een waardevolle toevoeging zijn aan je beleggingsportefeuille.
Omdat Amerikaanse bedrijven royalere dividendbetalers zijn, zou een wereldwijd gespreid fonds een wat hoger rendement kunnen opleveren, mits je het valutarisico op de koop toeneemt.
Wel is het verstandig om naast dividendaandelen ook groeiaandelen, uit bijvoorbeeld de IT-sector, op te pikken, voor wat extra rendement.
Wil je je vermogen gestaag laten groeien, dan is het verstandig om periodiek in te leggen; zeker bij een fonds dat dividenden niet herbelegt.
Lees meer over dividend en ETF's:
- Dividend is de nieuwe spaarrente: 10 tips om de beste dividendaandelen te vinden
- Zoveel dividend keren AEX-bedrijven uit voor coronajaar 2020: het dikste rendement krijg je bij ASR, NN en Randstad
- Nieuwe waterstof-ETF van VanEck: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s
- Nieuwe wereldwijde aandelen-ETF van Vanguard met lichtgroen tintje: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s