COLUMN – Spannend, zo’n overname. Maar er ligt een onzichtbaar gevaar op de loer voor de kopende partij: ‘zwarte omzet’.

Zelfs als de koper volledig op de hoogte wordt gesteld van dit financiële zijdeurtje, zijn de eventuele negatieve gevolgen moeilijk te overzien.

Verkopers menen dat deze onzichtbare opbrengsten juist een hogere vraagprijs rechtvaardigen. De werkelijke bedrijfswinst ligt immers een tikkeltje hoger dan dat het huishoudboekje aangeeft. Ik pleit voor het tegendeel.

Omdat zwarte omzet in sommige branches meer regel dan uitzondering is, wordt er door de koper doorgaans snel mee ingestemd. Te snel, want het brengt een aantal potentiële nadelen met zich mee die de waarde van een bedrijf zomaar eens kunnen doen kelderen.

Zet daarom bij een overname nooit je handtekening onder de koopakte voordat je rekening hebt gehouden met de onderstaande vijf risico’s van ‘zwarte omzet’.

1. Minder financieringsmogelijkheden bij de bank

Laten we eens kijken door de ogen van een investeerder, een bank bijvoorbeeld. De hoogte van zijn maximale inleg wordt bepaald aan de hand van het verwachte rendement op zijn geïnvesteerde vermogen. Oftewel: hij bekijkt hoeveel winst er wordt gemaakt en wat er aan geldstromen binnenkomt.

Onzichtbare geldstromen zijn hier ongunstig. Hoe meer ‘zwarte omzet’, des te lager de gerapporteerde winst en des te minder de bank bereid is te financieren. Banken beroepen zich op jaarrekeningen. Totdat hierin ooit de post ‘zwarte omzet’ wordt toegevoegd zullen je financieringsmogelijkheden beperkter zijn.

2. Gevolgen belastingontduiking voor kopende partij

Wel eens afgevraagd wie de klos is wanneer de ‘zwarte omzet’ van de vorige eigenaar bij een latere belastingcontrole alsnog aan het licht komt? Hoe oneerlijk het ook klinkt: veelal bij de nieuwe eigenaar.

De Belastingdienst kan een naheffingsaanslag en boete opleggen aan de onderneming, en daarmee dus aan de nieuwe ondernemer. Dat is geen fijne start.

3. Reputatieschade

Niemand houdt van valsspelers. Het duistere verleden van een vers gekochte onderneming kan dan ook flinke reputatieschade veroorzaken. Klanten en leveranciers zullen mogelijk zelfs hun zakenrelatie beëindigen wanneer eerdere belastingontduiking aan het licht komt.

4. Kans dat ‘zwarte omzet’ niet blijft

In sommige branches, zoals in de horeca, merken klanten er doorgaans niets van wanneer een betaling niet zijn weg vindt naar de boekhouding. Drankje op, betalen en klaar.

In andere branches, zoals de aannemerij, ligt dat anders. De klant is vaak wel degelijk op de hoogte van het zwarte traject dat zijn geld aflegt. Zonder protest overigens, want tegen de bijbehorende lagere prijs zegt hij geen ‘nee’.

Maar wanneer diezelfde aannemerij na een overname in bonafide handen terechtkomt, gebeurt er iets eigenaardigs. Klanten zouden zomaar een punt kunnen zetten achter de relatie. Na jarenlang van de zogenaamde ‘zwarte korting’ genoten te hebben, voelt de eerlijke vraagprijs ineens wel erg hoog. Zwarte omzet valt dan niet te 'witten'.

5. Vertrouwen in de verkopende partij

Zou je een auto kopen van iemand die toegeeft hier en daar wel eens een metertellertje terug te draaien? Waarschijnlijk niet.

Ook de koper van een bedrijf moet je zich bij ‘zwarte omzet’ eens achter de oren krabben. Is er nog sprake van voldoende vertrouwen in de verkopende partij? Deze heeft immers open en bloot gedemonstreerd niet alle regels even strikt na te leven.

Wanneer de koper besluit om de onderhandelingen alsnog voort te zetten, is het verstandig om bovengenoemde aspecten in de onderhandelingen te benoemen. Vaak is de verkopende partij niet op de hoogte van deze mogelijke gevolgen voor de koper en kan er nog mogelijk wat van de overnameprijs worden geschaafd.

Bas Bakkenes is bedrijfseconoom en eigenaar van de Ondernemingsplannenfabriek.