Holland Corporate Finance (HCF), dat advies levert bij fusies en overnames, gaat met zijn internationale samenwerkingspartners verder als één advieskantoor, Oaklins.

Met dat mondiale netwerk denkt het in de Nederlandse markt ING, ABN AMRO en Rabobank eruit te kunnen concurreren.

Zakenbankiers die fusies en overnames begeleiden, ook wel masters of the universe genoemd, behalen binnen de bank zo ongeveer de hoogste winstmarges. En dat terwijl er geen kapitaal voor deze activiteit gereserveerd hoeft te worden op de balans, zoals bij een hypotheek wel het geval is. Het is enkel advies wat zij leveren. Het zijn erg fijne inkomsten voor de bank.

Dat niet alleen, de internationale en de Nederlandse markt van fusies en overnames, oftewel mergers en & acquisitions (M&A), bereikte vorig jaar ook nog eens het hoogste niveau sinds 2007. Ook dit jaar draait de M&A-motor nog steeds lekker, hetzij iets minder. Kassa dus voor M&A-bankiers.

De grootbanken ING, ABN AMRO en Rabobank worden echter aan alle kanten aangevallen in deze lucratieve adviesmarkt.

Oaklins

Het Nederlandse M&A-advieskantoor HCF, dat samen met andere kantoren in tientallen verschillende landen deel uitmaakt van een netwerk, gaat nu met 20 van deze samenwerkingspartners op in één naam, Oaklins. Dat schrijft De Telegraaf.

HCF richt zich vooral op deals tussen de 5 en 500 miljoen euro, wat wordt gezien als de small en mid-market.

Uiteindelijk zullen zich 60 kantoren in 40 landen aansluiten met in totaal 700 partners en adviseurs. Oaklins wil binnen vijf jaar naar de beurs. Er ontstaat dan een internationale holding.

"Wij willen nu ABN AMRO, Rabobank en ING uit de markt van fusie- en overnameadvies drukken," laat managing partner Maarten Wolleswinkel van HCF aan de krant weten. "En als wij het niet doen, doet een ander het wel, vrees ik. Er zitten goede mensen bij onze grootbanken, maar ze zijn niet in veertig landen actief en hebben geen mondiaal perspectief."

ING, ABN AMRO en Rabobank, die sterk vertegenwoordigd zijn op de thuismarkt met tal van diensten, zijn inderdaad in minder landen actief met M&A-advies. Niet alleen HCF, ook partijen als EY, Deloitte en KPMG geven overname-advies en hebben een mondialer bereik.

Globalisering in dealmaking

Dat mondiale bereik wordt steeds belangrijker door globalisering. Een directeur-grootaandeelhouder die zijn bedrijf wil verkopen, creëert immers meer vraag door zijn firma niet alleen in Nederland maar ook in de rest van de wereld te koop aan te bieden via zijn adviseurs. Zo zien we de laatste jaren dat steeds meer Nederlandse bedrijven in handen komen van buitenlandse aandeelhouders.

"Wij hebben een database met 1000 deals bestudeerd en concluderen dat een internationale koper tot 25 procent meer betaalt,” zegt Wolleswinkel tegen De Telegraaf.

Wall Street-banken in Nederland

Bij de grote Nederlandse miljardendeals, zoals de overname van BG door Shell (64 miljard euro), Freescale door NXP (10,5 miljard) en TNT Express door FedEx (4,4 miljard) waren al vrijwel alleen maar Amerikaanse zakenbanken betrokken, zoals Goldman Sachs en JPMorgan. Ook daar geldt vaak het argument dat deze Wall Street-banken een beter internationaal netwerk hebben.

Toch was ING vorig jaar in de Nederlandse league table, een lijst die aangeeft welke adviseur bij welke transactie is betrokken, wel de bank die de meeste deals had begeleid.

Het voordeel dat Nederlandse grootbanken is nog altijd hun netwerk binnen Nederland. Veel overnameklussen krijgen zij doorgespeeld van andere afdelingen binnen de bank, bijvoorbeeld omdat een klant daar al zijn zakelijke rekening of financiering heeft lopen.