De A-merken in supermarkten gaan een zware periode tegemoet. Door de hogere prijzen van producten, kiezen consumenten vaker voor het huismerk dan voor premium merken. Onderzoeksbureau GfK berekende op verzoek van radiozender BNR hoe groot de omzetderving van A-merken kan uitvallen en komt op een geschat omzetverlies van 1,5 miljard euro dit jaar.

Volgens de marktonderzoekers steeg het aandeel van de huismerken de afgelopen paar maanden met 6 procent ten koste van de A-merken. Dat past bij de strategie van consumenten om de goedkopere huismerkvariant te proberen en hiermee geld te besparen.

Het prijsverschil tussen A- en huismerken lag twee jaar geleden op 45 procent, maar dat groeide gestaag verder. A-merken verhoogden de prijzen de afgelopen maanden met gemiddeld 10 procent, terwijl de huismerken gemiddeld 7 procent duurder werden.

Supermarkten zelf merken per saldo vrij weinig van de verschuiving in de consumentenvoorkeur als het gaat om de totale inkomsten. De totale jaaromzet van Nederlandse supermarkten blijft volgens GfK in 2022 onveranderd ongeveer 45 miljard euro.

Maar supermarkten zien de verschuiving wel als kans om hun eigen merken te promoten. Op die producten pakken ze een grotere marge dan op de A-merken, terwijl ze de prijsstijgingen kunnen temperen voor klanten.

Een bijkomend probleem voor de fabrikanten van A-merken is dat het lastig lijkt te worden om kopers voor zich terug te winnen. Ze ondervinden al moeite om de meerwaarde voor hun merken duidelijk te maken, en met het groter wordende prijsverschil wordt dat alleen maar moeilijker. Volgens merkenexpert Paul Moers betekent dit dat A-merken zwaarder moeten inzetten op reclamecampagnes, zegt hij tegen BNR.

LEES OOK: Boodschappen worden duurder: consument stapt over op huismerk, maar gaat niet op koopjesjacht bij verschillende supermarkten