ANALYSE – Mark Rutte presenteerde dinsdag het regeerakkoord waar Nederland zeven maanden op heeft moeten wachten. Wat betreft de zorg wil het kabinet-Rutte III doorgaan op de ingeslagen weg: nieuwe hervormingen zijn niet nodig in de zorg, wel verbeteringen.

Maar een meerderheid van de bevolking blijft zich grote zorgen maken over de gezondheidszorg en wil dat de overheid meer gaat bepalen. Dat wil zeggen: meer publieke verantwoordelijkheid neemt en minder marktwerking toestaat.

De marktwerking is het sterkst in het stelsel van de Zorgverzekeringswet. Dan gaat het om de curatieve en revaliderende zorg waar jaarlijks 45 miljard euro in omgaat. De financiering is geregeld via de inkomensafhankelijke zorgpremie, de premie basisverzekering en het eigen risico.

Over de hoogte van het eigen risico is veel politieke ophef geweest. Maar de problemen in de zorg gaan verder dan dat. Hieronder stip ik vijf punten aan waarop Rutte III de plank misslaat in de curatieve zorg:

1. Niet voor niets behoort onze zorg tot de beste van Europa. (Regeerakkoord, Vertrouwen in de toekomst)

NIET WAAR – Het uniek Nederlandse private zorgstelsel is inferieur en levert dure zorg van een middelmatige kwaliteit in vergelijking met andere moderne Europese landen.

2. We houden het huidige stelsel met private zorgaanbieders en -verzekeraars onder publieke randvoorwaarden in stand en verbeteren dit waar nodig. (Regeerakkoord, Vertrouwen in de toekomst)

DOODLOPENDE WEG - In haar advies van begin deze maand rekent de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) af met de rol die de zorgverzekeraars in het huidige stelsel vervullen. De RVS pleit voor een nieuwe opzet van het hele zorgstelsel. “De driehoek van de zorgverzekeringsmarkt, de zorginkoopmarkt en de zorgverleningsmarkt werkt niet”.

3. Gezonde mededinging draagt bij aan keuzevrijheid, betere zorg, innovatie en neerwaartse druk op de prijzen. (Regeerakkoord, Vertrouwen in de toekomst)

GELDT NIET VOOR DE ZORG
- Zorgverlening is altijd individueel maatwerk èn te complex waardoor (uitzonderingen daargelaten) onderlinge vergelijking niet goed mogelijk is. Er is dus geen keuzevrijheid.
- Prijsconcurrentie leidt niet noodzakelijk tot betere zorg.
- Innovatie wordt in het huidige stelsel vaak tegengewerkt.
- De macrokosten stijgen en de kwaliteit van de zorg staat over breed spectrum onder druk, waardoor er opwaartse druk op de prijzen is.

4.Niet alleen de prijs, maar ook de kwaliteit moet centraal staan bij de zorginkoop. Daartoe moeten zorgaanbieders en verzekeraars verzekerden laagdrempeliger inzicht in de kwaliteit van het zorgaanbod en de ingekochte zorg per polis geven. Ook wordt de transparantie van de prijzen in de zorg stapsgewijs vergroot. (Regeerakkoord, Vertrouwen in de toekomst)

MOEILIJK REALISEERBAAR - Zoals bij punt drie aangegeven: zorgverlening is individueel maatwerk en onderlinge vergelijking lastig. Dit maakt laagdrempelig inzicht in het zorgaanbod en de ingekochte zorg per polis erg complex, zelfs met digitale hulpmiddelen. Transparantie is in de zorg niet goed bereikbaar, met uitzondering van heel specifieke zorgverlening met een duidelijk eindresultaat, zoals bij een kunstknie of oogoperatie.

5.Met zorgaanbieders, zorgverleners, verzekeraars en toezichthouders zetten we met schrapsessies fors in op minder bureaucratie en minder regels. (Regeerakkoord, Vertrouwen in de toekomst)

HARDNEKKIG PROBLEEM - Op dit moment is het als volgt: huisartsen (eerste lijn) slagen erin om de regeldruk te verminderen. In Nederlandse ziekenhuizen (2e lijn) wordt veel meer gemeten dan in het buitenland. De Nederlandse zorg kent meer dan 3000 indicatoren die worden gemeten, Ter vergelijking: in Duitse ziekenhuizen worden 464 indicatoren gemeten, in Britse 254, in Noorse 68 en in de Deense 25 (De Groene Amsterdammer, 2016). Verzamelen van al die informatie kost heel veel tijd van de professionals in de zorg.

Gijs van Loef is adviseur in de publieke sector, innovator en publicist in de gezondheidszorg. Hij was de financieel expert achter het Nationaal Zorg Fonds en is sinds 2015 de meest gelezen auteur op het zorgplatform Skipr. In 2013 verscheen zijn boek ‘Kiezen tussen overheid en markt’.  Zijn expertise is gestoeld op vijftien jaar werkervaring in het bedrijfsleven (Philips, Deloitte, Capgemini) en twintig jaar werkervaring in de publieke sector als organisatie adviseur, programma-manager, interim-manager en wethouder.