• Premier Rutte zei donderdag zich ‘niet te herinneren’ met de voormalige verkenners over CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt te hebben gesproken.
  • Die verklaring kwam hem op hoongelach van de Tweede Kamer te staan.
  • Ook in de bonnetjesaffaire en bij debatten over de aanval op Hawija, de dividendbelasting en de Toeslagenaffaire beriep Rutte zich op een haperend geheugen.

Premier Mark Rutte herinnert zich niet dat hij het in zijn gesprek met de voormalige verkenners over CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt heeft gehad, zei hij donderdag meerdere keren in het debat in de Tweede Kamer over het vastgelopen formatieproces.

“Uit het verslag blijkt dat het wel over hem is gegaan. Dat roept terecht veel vragen op. Ik heb me dat achteraf verkeerd herinnerd, en betreur dat ten zeerste”, zei Rutte tegen de Kamer.

Kamerleden reageerden vol ongeloof op die verklaring. “Ik weet werkelijk niet wat ik hoor”, zei SP-leider Lilian Marijnissen. “Ik heb de afgelopen uren gedacht: welke verdediging zal hij brengen? Maar dat hij geen herinneringen heeft en naar eer en geweten heeft gehandeld, had ik niet kunnen bedenken. Hoe ziet hij zelf nog dat hij geloofwaardig verder kan?”

Het was niet de eerste keer in zijn loopbaan als premier dat Mark Rutte zich beroept op een haperend geheugen.

Bonnetjesaffaire

De zogeheten ‘bonnetjesaffaire’ leidde in 2015 tot het aftreden van minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven. Twee jaar later kostte het voorval ook de kop van minister Ard van de Steur.

De affaire draaide om een deal die toenmalig officier van justitie Fred Teeven sloot met drugshandelaar Cees H.

Het precieze bedrag van die deal bleef lang onbekend en het ‘bonnetje’ was kwijt. Toen er alsnog een afschrift uit een verouderd financieel computersysteem opdook en Fred Teeven zich het precieze bedrag toch ook bleek te herinneren, zei Rutte daar niks van te hebben geweten.

De premier hield vol dat hij nooit aan staatssecretaris Fred Teeven heeft gevraagd wat zijn herinneringen waren over de schikking, maar volgens onderzoeksjournalist Bas Haan van Nieuwsuur kreeg Rutte al in een vroeg stadium van Teeven te horen dat er vele miljoenen mee gemoeid waren.

Nieuwsuur onthulde dat zijn persoonlijk politiek assistent, de plaatsvervangend secretaris-generaal van de premier (zijn raadsadviseur), en de directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst al voor 'de vondst' van 'het bonnetje' waren geïnformeerd. De Kamer sprak ernstige twijfels uit over de geloofwaardigheid van de aanhoudende ontkenningen van Rutte.

Dividendbelasting

Tijdens de vorige formatie werd afgesproken de dividendbelasting af te schaffen, terwijl dat in geen enkel verkiezingsprogramma stond. Lang hield het kabinet vol dat daar tijdens de formatie geen documenten voor zijn gebruikt.

Toen de memo's wel opdoken, zei Rutte meerdere malen zich niet te herinneren die stukken ooit te hebben gezien. Hij zei daar ook nooit over te hebben gelogen toen hij daarover onder vuur kwam te liggen in de Kamer.

"Ik heb niet gezegd dat er geen stukken zijn, maar dat ik geen herinnering heb aan die stukken", zo verdedigde hij zich tijdens een debat in de Tweede Kamer op 25 april 2018. "Ik heb de Kamer goed geïnformeerd over dat ik geen herinneringen heb en dat blijkt te kloppen."

Aanval op Hawija

Op 5 november 2019 sprak de Tweede Kamer met premier Rutte over de Nederlandse aanval op Hawija in Irak vier jaar eerder. Het doelwit was een bommenfabriek van IS, maar er vielen ook zeventig burgerdoden.

Het ministerie van Defensie bleek daar al jaren van op de hoogte te zijn geweest en zou daar ook Rutte over hebben geïnformeerd. Maar dat kon Rutte zich niet herinneren.

"Als ik u hier zeg, als minister-president van Nederland: ik heb er geen herinnering aan dat ik op dat moment ben geïnformeerd door mevrouw Hennis; ik sluit het ook niet uit en ik kan dat niet uitsluiten — ik heb geen contra-indicatie — maar ik heb er nul herinnering aan."

Toeslagenaffaire

De commissie-Van Dam die onderzoek deed naar de Toeslagenaffaire waar het kabinet-Rutte III in januari 2021 uiteindelijk over viel, concludeerde dat veel politici zeiden weinig zorgwekkende signalen te ontvangen, maar dat die er wel degelijk waren. "Bij alle verantwoordelijke bewindspersonen" kwamen volgens de commissie signalen langs "die ze hadden kunnen omzetten in actie."

Rutte kreeg als eindverantwoordelijk premier het verwijt dat de regering niet tijdig heeft ingegrepen en ook de Kamer meerdere malen gebrekkig heeft geïnformeerd.

Op een aantal heel concrete vragen kon Rutte tijdens het verhoor door de commissie geen antwoord geven. Hij verdedigde zich daarvoor door te stellen dat hij nou eenmaal een klein ministerie heeft en dat hij "niet de mankracht" of "de tijd" heeft om dingen op te schrijven.

LEES OOK: Rutte sprak wel over Omtzigt: ‘Ik heb niet gelogen, maar me dat verkeerd herinnerd’