Als mondiale energiereus is Shell een bedrijf van superlatieven. Een forse overname zoals die van het Britse BG laat zich dan ook alleen met grote getallen beschrijven. Maar het basisidee is simpel: Shell gokt op een energiewereld met een belangrijkere rol voor aardgas en op termijn minder olie.

Shell behoort samen met het Amerikaanse ExxonMobil en het Britse BP tot de drie zogenoemde westerse ‘supermajors’.  Dat is een select gezelschap van extreem grote olie- en gasbedrijven die de hele keten bestrijken, van winning en raffinage tot de pompverkoop.

Als Shell een flinke overname doet, praat je dus automatisch over grote getallen. Om een idee te geven: Shell’s beurswaarde van ongeveer 185 miljard euro komt overeen met nationaal inkomen van een land als Tsjechië; het woensdag aangekondigde  bod van ongeveer 64 miljard euro op Shell’s Britse collega BG Group staat pakweg gelijk aan het nationaal inkomen van Wit-Rusland.

Het bod van omgerekend 64 miljard euro is ook in een ander opzicht niet bescheiden: Shell biedt liefst 50 procent meer dan de beurswaarde van BG van afgelopen dinsdag. Dat is fors, zeker omdat Shell in eerste instantie voor ruim tweederde met eigen aandelen betaalt. Minpuntje voor Shells aandeelhouders is daarbij dat de uitgifte van nieuwe aandelen de winst per aandeel van Shell in eerste instantie drukt.

Topman Ben van Beurden belooft, met een paar slagen om de arm, dat aandeelhouders van Shell vanaf 2017 via aandeleninkopen weer profiteren van het terugsluizen van miljarden naar beleggers. Maar de baas van Shell hamert vooral op de grote strategische voordelen.

Aan het overnamebod dat begin 2016 zijn beslag moet krijgen, zitten nog de nodige haken en ogen - zie hier voor de gedetailleerde uitleg.  In grote lijnen zitten er echter drie drijfveren achter de stap van Shell.

1. Druk op winstgevendheid door lagere olieprijzen

Shell heeft net als andere spelers in de oliesector last van de halvering van olieprijzen sinds de zomer van 2014. Bij huidige prijzen van iets minder dan 60 dollar per vat is het oppompen van olie en gas vaak minder lucratief. Zeker omdat Shell maar beperkt kan meedoen in het Midden-Oosten, waar olie nog voor een paar dollar per vat uit de grond gehaald kan worden.

De technisch meer complexe projecten, zoals diepzeeolie en winning van olie uit Canadese teerzanden, kennen hogere kosten. Shell-topman Ben van Beurden gaf begin dit jaar bij de presentatie van de jaarresultaten over 2014 aan op termijn te rekenen op stijgende olieprijzen: de mondiale energievraag zal met de groei van opkomende landen alleen maar toenemen; en als er nu minder wordt geïnvesteerd in vinden van nieuwe olie- en gasvelden, kan er op termijn weer krapte ontstaan in het aanbod.

Maar Shell heeft naar eigen zeggen hogere olieprijzen van 90 tot 110 dollar per vat ook nodig om bepaalde projecten winstgevend te kunnen draaien. Vanwege de lage prijzen heeft Shell er daarom voor gekozen om investeringen in nieuwe winningsprojecten in de periode tot 2017 met zo'n 15 miljard dollar terug te schroeven en nog scherper op de kosten te letten.

De overname van BG biedt tegen deze achtergrond mogelijkheden om te profiteren van meer schaalgrootte en kosten weg te snijden. Die besparingen becijferen Shell en BG structureel op minimaal 2,5 miljard dollar per jaar. Onderstaande kaart toont een verdeling van de de activiteiten van Shell en BG. In de gele gebieden zijn er overlappingen die besparingsmogelijkheden bieden.

(klik op grafiek voor uitvergroting)

wereldkaart shell bg

Naast de besparingsmogelijkheden biedt het combineren van BG en Shell volgens de bedrijfstop ook mogelijkheden om scherper te kijken naar welke activiteiten wel en niet binnen het concern passen. Shell ziet daardoor kansen om in de periode tussen 2016 en 2018 voor liefst 30 miljard dollar aan activiteiten te verkopen.

stroomlijnen

2. Meer schaalgrootte met minder investeringsrisico's

Een tweede belangrijke reden voor de overname ligt bij de mogelijkheid om groei te kopen, zonder extreme risico's te nemen. Door de lagere olie- en gasprijzen is zelfstandig investeren in de opsporing en winning van nieuwe olie- en gasvelden momenteel minder aantrekkelijk.

Maar minder investeren heeft ook een prijs. Afgelopen jaar bleek al dat Shell veel minder nieuwe olie- en gasvelden aan zijn reserves heeft toegevoegd, vergeleken met de hoeveelheid olie en gas die is opgepompt. Als de toevoeging van nieuwe reserves structureel daalt, belandt het bedrijf in een krimpstrategie en dat is niet iets waar de bedrijfstop blij van wordt.

De overname van BG is een simpele manier om de olie- en gasreserves te vergroten, zonder op korte termijn extra kosten te maken voor de opsporing van nieuwe velden. Shell kan het zich door de overname dus permitteren om even minder te investeren, zoals uit onderstaande grafiek blijkt.

(klik voor uitvergroting)

investeren

Tegelijk koopt Shell flink wat extra voorraden en productiecapaciteit, blijkt uit onderstaande tabel. Shell ziet bijvoorbeeld een stijging van de bewezen reserves met 25 procent, ten opzichte van het niveau van 13,1 miljard vaten eind 2014. Ook neemt de productiecapaciteit toe toe met zo'n 20 procent, ten opzichte van de circa 3 miljoen vaten olie en gas die Shell dagelijks produceert.

(klik voor uitvergroting)

reserves productie

3. Sterker in aardgas

Wellicht de belangrijkste inhoudelijke reden voor de overname van BG is de aanvulling op twee gebieden: productieketens die gekoppeld zijn aan het vervoer van vloeibaar aardgas per schip (liquified natural gas); en de winning van gas (en olie) in diepzeegebieden.

Shell gokt al jaren op een transformatie van de markt voor aardgas waarbij, naast pijpleidingen, het zeetransport van vloeibaar aardgas steeds belangrijker wordt. Gas kan hierdoor makkelijker op verschillende plekken in de wereld geleverd worden. De huidige regionale versnippering van gasmarkten neemt daarmee af en aardgas krijgt een meer olie-achtig karakter in de manier waarop het wordt verhandeld.

Onderstaande tabel laat zien dat het marktleiderschap van Shell op het gebied van de omzetting van vloeibaar aardgas met de overname van BG flink wordt versterkt, vooral in Noord-Amerika, Afrika en Australië.

(klik voor uitvergroting)

lng

Naast de uitbreiding van de positie op het gebied van vloeibaar aardgas, is Shell ook blij met de toevoeging van de winning van  gas en olie uit diepzeegebieden voor de kust van Brazilië en het combineren van oudere olie- en gasvelden die nog sterk winstgevend zijn, maar langzamerhand leeg raken.

Het soort gasvelden dat BG toevoegt biedt Shell bovendien een mooi alternatief voor de winning van gas uit schalievelden. Shell kocht zich aan het eind van het vorige decennium in op Noord-Amerikaanse markt voor schaliegas, maar ontdekte in de jaren daarna dat de winning van schaliegas en -olie vaak minder winstgevend is dan aanvankelijk gedacht.

Onder topman Van Beurden is Shell veel scherper aan het kiezen op basis van de potentiële winstgevendheid van winningsprojecten en dat heeft geleid tot een gedeeltelijke terugtrekking uit de Noord-Amerikaanse schaliewinning.  Met de aankoop van BG hoeft Van Beurden zich niet te beperken tot een snij- en snoeiverhaal, maar kan hij de transitie binnen Shell naar méér gas en minder olie echt handen en voeten geven.