Het aantal zzp’ers met een schuld stijgt. Wie de zaak zijn beloop laat, kan in nóg grotere problemen komen. Wat moet je doen als het water aan je lippen staat?

Ondernemen is niet altijd mogelijk zonder schulden aan te gaan, want de kost gaat voor de baat uit. Zolang de schulden behapbaar blijven en binnen afzienbare tijd kunnen worden afgelost, is er niets aan de hand. Maar nemen de bedragen toe omdat je bedrijf niet goed draait, dan ontstaat een probleem.

Als je in deze situatie terecht komt, is het van belang eerst je financiële situatie goed in kaart te brengen. Kijk of je het roer kunt omgooien en meer inkomsten uit je bedrijf kunt halen. Laat ook je partner kijken naar mogelijkheden om zijn of haar inkomen te vergroten. Verder is het uiteraard verstandig om op zoek te gaan naar mogelijke besparingen in je uitgaven.

Wees wel eerlijk tegen jezelf. Als je financiële situatie naar verwachting niet binnen afzienbare tijd verbetert, kan het verstandig zijn de stekker eruit te trekken om een grotere schuld te voorkomen.

Schuldhulpverlening

Lukt het niet om op korte termijn je inkomsten te verhogen en je uitgaven te verlagen, neem dan contact op met je schuldeisers om betalingsafspraken te maken. Dat levert vaak meer op dan lijdzaam afwachten.

Kom je er zelf niet uit, dan kun je hulp in roepen van een organisatie voor schuldhulpverlening. De voordeligste oplossing is via de gemeente waar je woont. Maar dat is in de praktijk niet altijd eenvoudig als je je bedrijf niet kwijt wil, zegt Peter Benard, beleidsadviseur van de NVVK, brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. "Gemeenten zijn niet verplicht om ondernemers die hun bedrijf willen voortzetten te helpen. Ze zijn dit alleen verplicht bij bedrijfsbeëindiging." Dit leidt volgens hem tot ongelijke behandeling. "Sommige gemeenten zijn ook ondernemers met een kansrijk bedrijf behulpzaam; andere houden de deur dicht."

Kun je niet bij de gemeente terecht voor schuldhulpverlening, dan kun je aankloppen bij een particuliere organisatie. Daar hangt uiteraard wel een prijskaartje aan.

Minnelijke regeling

De schuldhulpverlener zal proberen een minnelijke regeling te treffen met de schuldeisers: een akkoord over volledige of gedeeltelijke terugbetaling van je schulden. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden. Zo moeten alle mogelijkheden om de financiële problemen op te lossen zijn uitgeput, moeten alle schuldeisers akkoord gaan en  ben je verplicht de oorzaak van de problemen aan te pakken, zodat geen nieuwe schulden ontstaan. Ook moet je je inspannen om een zo hoog mogelijk inkomen te krijgen, desnoods door er een baan bij te nemen.
Daarnaast moeten alle schulden worden meegenomen in de regeling (dus ook roodstand op je bankrekening). Voor een doorstart van een onderneming kan door de schuldregelaar soms een uitzondering worden gemaakt, als dat absoluut noodzakelijk is voor de doorstart.

Net als bij particuliere schuldhulpverlening houd je drie jaar lang slechts een minimaal deel van je inkomen over om van te leven, maar wordt na deze periode de resterende schuld kwijtgescholden.

Om voor deze regeling in aanmerking te komen, moet je bedrijf wel levensvatbaar zijn. Dit wordt bij een beroep op het besluit Bijstandverlening Zelfstandigen onderzocht door een externe partij. Ook wordt bepaald wat je maximaal kunt aflossen.

Hierin wringt in de praktijk de schoen. Want om het minnelijke traject succesvol te doorlopen is enige stabiliteit in inkomen vereist en mag je geen nieuwe schulden maken. Aan die twee voorwaarden kunnen veel zzp'ers met financiële problemen niet voldoen. Veel ondernemers krijgen dan ook het advies hun activiteiten te staken.

Afgedwongen regeling

Lukt het niet om een minnelijke regeling te treffen, dan kun je proberen om een beroep te doen op de wettelijke schuldsanerigsregeling (Wsnp). Ook hierbij worden de resterende schulden na drie jaar kwijtgescholden, zodat je met een schone lei verder kunt.

Je komt hier echter niet zomaar voor in aanmerking. De rechter beoordeelt of er gegronde redenen zijn voor de schuldeisers om niet akkoord te gaan, maar hij kijkt ook naar jouw aandeel. Je moet je voldoende hebben ingespannen om de problemen op te lossen en ondertussen geen nieuwe schulden hebben gekregen. "Als je schulden fors zijn gestegen omdat je hebt doorgemodderd, zonder een oplossing te zoeken, kun je zo'n regeling vergeten", zegt Benard.
Bij een wettelijke schuldregeling wordt een bewindvoerder aangesteld en moet je bijna altijd je bedrijf beëindigen.

Faillissement

Blijft een regeling uit en kun je je schulden niet meer aflossen, dan rest een faillissement. Anders dan veel mensen vermoeden, kun je hierna niet zomaar verder met een schone lei, waarschuwt Benard. "Je schulden blijven bestaan en schuldeisers kunnen je nog twintig jaar achtervolgen om hun schulden in te vorderen. Zeker grote organisaties, zoals banken, creditcardmaatschappijen, de Belastingdienst en het CJIB zijn een schuld niet zomaar vergeten. Ze kijken elk jaar of er bij jou wat te halen valt."

Kom je als ondernemer in financiële problemen, dan kun je ook bij de gemeente een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), voor een rentedragende lening, een starterskrediet of een tijdelijke aanvulling van je inkomen tot bijstandsniveau. Deze regeling staat open voor starters, gevestigde zelfstandigen in tijdelijke problemen en oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf.

Benard wijst erop dat deze regeling niet voor iedereen toegankelijk is. "Als je een partner hebt met een inkomen boven bijstandsniveau kom je er niet voor in aanmerking. Ook moet je bedrijf levensvatbaar zijn en moeten er geen andere vormen van bedrijfsfinanciering mogelijk zijn."

Tijdig bijsturen

Uiteraard is voorkomen beter dan genezen. "Zorg ervoor dat je boekhouding op orde is en dat je voldoende inzicht hebt in je financiën, zodat je op tijd kunt bijsturen als dat nodig is. Kijk tussentijds hoe het bedrijf ervoor staat; niet pas bij het opstellen van de jaarrekening", adviseert Benard.

Zorg er verder voor dat je bent beschermd tegen inkomstenterugval door arbeidsongeschiktheid. Overweeg een arbeidsongeschiktheidsverzekering of een broodfonds. Gaat het je bedrijf voor de wind, zorg er dan voor dat je een buffer aanlegt voor vorderingen van de Belastingdienst en minder goede tijden.  Ook een goed debiteurenbeheer is essentieel.

Probeer verder zakelijke en privé aangelegenheden goed te scheiden. Bij een eenmanszaak kunnen privéschulden het voortbestaan van je bedrijf in gevaar brengen. Heb je een partner, stel dan voor de start van je bedrijf huwelijkse voorwaarden op, waarbij je de aansprakelijkheid over en weer uitsluit. Bij een samenlevingscontract kun je een soortgelijke regeling treffen.

BV

Benard adviseert ook kritisch te kijken naar de juiste rechtsvorm. "Bij een eenmanszaak ben je privé aansprakelijk voor eventuele schulden van je bedrijf. Schuldeisers kunnen beslag leggen op jouw privébezittingen. Bij een BV ben je alleen in uitzonderlijke gevallen persoonlijk aansprakelijk. Heb je personeel in dienst of ga je grotere financiële verplichtingen aan, dan kan een BV je voor veel ellende behoeden."

Toch is deze constructie niet 100 procent waterdicht. "Veel kredietverleners eisen dat je persoonlijk tekent voor terugbetaling van een lening. Voor die schuld ben je dan toch persoonlijk aansprakelijk. Informeer wel  naar de fiscale consequenties van een andere rechtsvorm."