• Zorginstituut Nederland pleit voor structurele financiering sociaal domein.
  • Samenwerking tussen zorg en welzijn cruciaal tegen personeelstekort.
  • Zonder investering neemt preventie af en stijgt druk op zorg verder.

Zorginstituut Nederland heeft zich uitgesproken voor structureel meer financiering van het sociaal domein. Een belangrijke stap, vindt kennisinstituut Movisie, dat deze boodschap al jaren uitdraagt. De roep om betere samenwerking tussen zorg en welzijn klinkt al langer, maar lijkt nu eindelijk serieus genomen te worden.

“Een groot deel van de zorgvragen zijn welzijnsvragen,” stelt Movisie. Door de inzet van sociaal werkers kan het tekort aan zorgpersoneel op termijn fors dalen. Volgens recente berekeningen scheelt één sociaal werker in 2033 gemiddeld 3,5 zorgmedewerker. Daarmee wordt het sociaal domein niet alleen een waardevolle partner, maar ook een strategisch antwoord op de krapte in de zorg.

Meer woorden dan daden

Hoewel bewindspersonen in beleidsstukken regelmatig de ‘beweging van zorg naar welzijn’ benoemen, bleef concrete financiering tot nu toe vaak uit. De aandacht ging vooral naar kostenbesparing en het dempen van personeelstekorten, maar zelden naar daadwerkelijke versterking van de uitvoeringspraktijk in het sociaal domein.

De oproep van het Zorginstituut markeert een omslag: er wordt eindelijk erkend dat het sociaal domein geen bijzaak is, maar een fundamentele bouwsteen van toekomstbestendige zorg.

Preventie in het gedrang

Zonder extra investering dreigt preventie verder onder druk te komen. En dat is precies wat het zorgsysteem zich niet kan veroorloven. Als het sociaal domein niet meebeweegt, komt de hele verantwoordelijkheid voor vernieuwing op het bordje van de zorgsector te liggen; die nu al kampt met tekorten.

Dat leidt niet alleen tot een zwaardere werklast voor zorgprofessionals, maar ook tot minder maatwerk en tragere hulp voor inwoners. “Uiteindelijk is de inwoner hiervan de dupe,” waarschuwt Movisie.

Inwoners en professionals samen aan zet

Steeds meer zorginstellingen nemen zelf het initiatief om buurtgerichte zorg te organiseren. Dat is waardevol, maar vaak niet effectief als sociaal werkers en burgerinitiatieven niet actief worden betrokken. Het opbouwwerk, de dorpsondersteuner of de wijkgerichte vrijwilliger kunnen hierin een veel grotere rol spelen.

Volgens Movisie is dit precies waar de crux zit: duurzame verandering komt alleen tot stand door een hechte samenwerking tussen zorgaanbieders en het sociaal domein. Alleen dan kan welzijn echt als fundament onder de zorg fungeren; niet als alternatief, maar als versterkend element.