De ‘European Investment Bank’ (EIB) leent geld uit aan ondernemers en bedrijven. De bank, een Europees initiatief, doet dat zelfs voor een relatief lage rente en desgewenst met een lange looptijd. Z24 legt uit hoe dat kan en wat je er voor moet doen.

Ondernemers die in aanmerking willen komen voor een Europese lening moeten met een
businessplan naar een van de Nederlandse banken die met de European
Investment Bank (EIB) samenwerken. “We hebben het dan over de grootbanken
ING, ABN Amro en Rabobank. En o ja, ook nog Deutsche Bank”, somt
vice-president Pim van Ballekom van de EIB vanuit het hoofdkantoor in
Luxemburg het rijtje partners op.

De bank beoordeelt de kredietaanvraag en bepaalt of de onderneming in
aanmerking komt voor een EIB-lening. Beroep aantekenen in Luxemburg is niet
mogelijk. Van Ballekom: “Dat doen wij niet, daar hebben we de capaciteit en
kennis niet voor. Juist daarom verloopt onze kredietverlening aan bedrijven
in heel Europa via intermediairs.” Het is natuurlijk wel mogelijk om
naar een andere bank te gaan als de aanvraag wordt afgewezen.

Vice-president Van Ballekom van de EIB benadrukt dat er voor een EIB-lening
ten aanzien van de activiteiten van de onderneming geen specifieke criteria
gelden. “In principe komt ieder bedrijf met een goed plan voor een
lening in aanmerking.”

Bestaat de bankfinanciering deels uit een EIB-lening, dan is de bank over het
algemeen geneigd om eerder een financiering te verstrekken. Dat komt volgens
Van Ballekom omdat met de banken is afgesproken dat het eerste deel van het
mogelijke verlies op de lening voor rekening komt van de EIB. ‘De bank durft
hierdoor meer risico te nemen.’

Lage rente

Een EIB-lening heeft, naast dat je bank iets meer risico durft te nemen, het
voordeel dat de rente op de lening lager is. Van Ballekom: "De bank die de
lening verstrekt moet in het contract of in een brief vastleggen dat het
rentevoordeel van de EIB-lening ten goede komt aan de onderneming die de
lening krijgt. Dat geld is dus nadrukkelijk niet voor de bank bestemd.
Verstrekt een bank een EIB-lening, dan heeft de bank bovendien de plicht om
het bedrag tenminste te verdubbelen met een eigen krediet."

De EIB heeft een hoge kredietwaardigheid. Hierdoor kan op de internationale kapitaalmarkt
tegen een lage rente geld worden geleend. Dit is mogelijk omdat de EIB
eigendom is van de 27 lidstaten van de Europese Unie.

Het geld wordt met een opslag voor de eigen organisatiekosten direct doorgezet
naar de markt. De bank heeft de opdracht om met leningen de Europese
economie te stimuleren en projecten van maatschappelijk belang, bijvoorbeeld
op het gebied van infrastructuur of zorg, te financieren. Mede om die
redenen keert de EIB, in tegenstelling tot commerciële branchegenoten,
geen dividend uit en betaalt geen belasting.

De EIB heeft een ‘tripple A’ status en een bijzondere positie als ‘Europese
bank’. De bank kan hierdoor leningen verstrekken met een relatief
lange looptijd. Dat is wel zo handig. Want commerciële banken willen door de
aanscherping van de internationale bankregels amper leningen meer
verstrekken met een looptijd van vijf tot tien jaar. Zij vragen voor
dergelijke leningen hoge rentes, wat leningen met een lange looptijd in de
praktijk onbetaalbaar maakt.

2,3 miljard euro

De EIB heeft sinds de start van het programma vier jaar geleden aan de
Nederlandse grootbanken 2,27 miljard euro ter beschikking gesteld ter
financiering van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. De Rabobank
beheert sinds de overname van de Friesland Bank van deze leenfaciliteit 1,3
miljard euro.

De ING is goed voor 570 miljoen euro en de ABN Amro heeft een EIB-potje van
350 miljoen euro. De Deutsche Bank tot slot heeft voor de Nederlandse markt
50 miljoen euro in kas.

"Van de lening van 200 miljoen euro die begin dit jaar met de EIB is
afgesloten, is 120 miljoen euro voor Nederland gereserveerd en 80 miljoen
euro voor België’, legt directeur Grootbedrijf en instellingen
Ruud van Dusschoten van de ING uit. In Nederland is in het eerste kwartaal
van dit jaar al 80 miljoen euro van de laatste EIB-lening van de ING
toegekend aan verschillende bedrijven en ondernemingen.

Van Dusschoten: "De gemiddelde omvang van een EIB-lening ligt bij ons op
500.000 euro en heeft een looptijd van vijf jaar. Ondernemers gebruiken de
relatief lange looptijd meestal om bedrijfsmiddelen te financieren,
bijvoorbeeld machines, vrachtwagens of apparatuur. Een herstructurering of
reorganisatie financieren met een EIB-lening mag niet, want de EIB stelt de
eis dat het krediet wordt ingezet voor echte investeringen."

Van Ballekom blijft ondanks de miljarden die de EIB de economie in sluist
nuchter over het effect ervan. "Sinds 2008 zetten we op verzoek van onze
aandeelhouders jaarlijks zo’n 70 miljard euro aan leningen in de markt
waarbij naast bedrijven en ondernemingen met name veel geld gaat naar
infrastructuur, bijvoorbeeld de Tweede Maasvlakte in Rotterdam, en zorg. We
leveren daarmee een bijdrage aan de economische ontwikkeling in Europa. De
crisis lossen we er niet mee op."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl