Offer je alles op voor je carrière? Of pak je iedere dag stipt om twee voor vijf je tas? De manier waarop je in het werkzame leven staat wordt vooral beïnvloed door de werkhouding van je ouders, zeggen onderzoekers van de universiteit Michigan.

Hoe je ouders dachten over werk heeft zelfs meer invloed dan je religie, je beroep of je persoonlijkheid. Kennelijk is de manier waarop mensen aankijken tegen werk vrij diep verankerd. “Dat wordt bepaald door hoe je ouders hun werk zagen, en dan maakt het niet uit of ouders en kinderen hetzelfde beroep hebben of niet”, zegt één van de onderzoekers, Kathryn Dekas, die nu People Analytics Manager is bij Google.

De onderzoekers onderscheiden drie waardepatronen: werk als baan, carrière of roeping. Werknemers die hechten aan een baan doen het gewoon om in hun levensonderhoud te voorzien, en doen liever leukere dingen buiten kantoortijden. Echte workaholics, die zich dus richten op een carrière, hechten aan de sociale status en het prestige dat ze aan hun prestaties ontlenen. En mensen die hun baan als hun roeping zien willen graag de wereld een beetje verbeteren, en zien hun werk dan ook als hun passie.

Mensen die hun vader zagen als ambitieus, hechten vaker zelf ook aan een carrière. Maar dat werkt niet zo bij vrouwen. Carrièregerichte moeders hadden weinig invloed op de werkhouding van hun kinderen. Maar dat kan komen omdat toen de ondervraagde werknemers opgroeiden nog anders werd gedacht over werkende vrouwen.

Mensen die een sterke band hadden met hun moeder toen ze opgroeiden, zijn dan weer minder snel geneigd tot een 9-tot-5-mentaliteit. De onderzoekers denken dat die hebben meegekregen dat het belangrijk is om sociale ervaringen op te doen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl