Dat heeft het concern, voor ongeveer 43 procent in handen van het Franse
Renault, woensdag bekendgemaakt.
Sterke verkopen in China maakten de zwakke vraag op de thuismarkt en het
negatieve effect van de dure yen meer dan goed. De nettowinst in het derde
kwartaal van het gebroken boekjaar, dat loopt tot eind december, kwam uit op
80,1 miljard yen (715 miljoen euro). Dat was ver boven de verwachtingen van
analisten die gemiddeld uitgingen van een winst van 58,8 miljard yen.
Nissan, na Toyota de grootste autofabrikant in Japan, verwacht dat de winst
over heel het boekjaar uitkomt op 315 miljard yen. Eerder ging het bedrijf
uit van 270 miljard yen. Aartsrivalen Honda en Toyota gingen Nissan eerder
dit jaar al voor met het opschroeven van de winstverwachtingen.
Nissan verkocht vorig jaar wereldwijd een recordaantal auto’s van 4,08
miljoen, een stijging van 15 procent. Daarmee bracht het bedrijf voor het
eerst sinds 2005 meer auto’s aan de man dan concurrent Honda. Een kwart van
de Nissans werden in China verkocht, de belangrijkste afzetmarkt voor de
onderneming. Voor dit jaar voorspelt het bedrijf 1,15 miljoen auto’s te
verkopen in China.
Ook in de Verenigde Staten deed Nissan het vorig jaar beter dan zijn Japanse
concurrenten. Dat wordt dit jaar mogelijk lastiger omdat Toyota en Honda met
vernieuwde modellen van respectievelijk de Camry en Civic op de markt komen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl