De wielklem komt langzaam terug in het straatbeeld. Waar gemeenten de afgelopen jaren juist zo veel mogelijk wegbleven van het paardenmiddel dat veel agressie bij weggebruikers zou opwekken, zetten ze ‘m nu weer vaker in, en dan met name bij toeristen.
In Amsterdam gebeurt dat al sinds 2015, Den Bosch, Den Haag en Terneuzen hebben dat voorbeeld nu gevolgd, blijkt uit een rondgang van De Telegraaf. Utrecht en Eindhoven voeren de klem in het najaar in. Middelburg, Vlaardingen en Nijmegen overwegen dat te doen.
Volgens de krant is het lastig om parkeerboetes te innen bij buitenlandse bestuurders, omdat veel Europese landen geen gegevens uitwisselen met Nederland voor die boetes. Daardoor kunnen bestuurders uit bijvoorbeeld België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland onbestraft foutparkeren.
Op zich is dat geen gigantisch probleem als een toerist sporadisch zou vergeten dat hij geld moet betalen om naast een gracht te parkeren, maar volgens de gemeente Utrecht rijden er bestuurders met buitenlandse kentekens rond die drie of meer openstaande boetes hebben. “Dat zijn momenteel een kleine vijfhonderd kentekens”, zegt een woordvoerder tegen de krant.
“We richten ons [met de wielklem] in eerste instantie op de honderd mensen met de meeste openstaande boetes. Dat zijn binnen- en buitenlandse kentekens. Iemand die een keer vergeet te betalen, hoeft dus niet meteen te vrezen voor een wielklem.”
Gemeenten lopen in ieder geval een hoop geld mis door de boetes die niet betaald worden. De gemeente Eindhoven schat dat het om tussen de 250.000 tot 300.000 euro per jaar gaat. Toch is het geld voor veel gemeenten niet de belangrijkste reden om de wielklem weer in te voeren. Tegenover de krant geven ze aan dat het gevoel van rechtsongelijkheid zwaarder weegt.
Eén bedrijf is in ieder geval blij met het gebruik van wielklemmen: Vadac uit Deventer, de enige wielklemproducent in Nederland. Een medewerker zegt dat dat de vraag enorm groeit.
"Honderden bestellingen liggen er al op de plank. We moeten echt alle zeilen bijzetten om in het najaar alle bestellingen uit te kunnen leveren. Maar gemeenten zijn bereid er op te wachten."
