Vergeet even het sprongetje dat de dollar afgelopen
donderdag
maakte. Met het vertrouwen in de Amerikaanse munt is het de
laatste maanden niet al te best gesteld.

Onder meer obligatiegoeroe Bill Gross en superinvesteerder Warren
Buffett
twijfelen aan de dollar als lange-termijnbelegging, gelet op de
schuldenberg waar de Amerikaanse overheid tegenaan kijkt. Sommigen trekken
daaruit de conclusie dat goud een veilige vluchthaven is.

Goud bij de centrale bank
Dominante goudbezitters zijn nog altijd de centrale banken zelf. Die voerden
in het eerste decennium van deze eeuw een beleid, waarbij ze meer
diversificatie van hun bezittingen nastreefden en per saldo goud
verkochten.

Het is een beetje een kip-en-ei verhaal, maar deze
grafiek
laat aardig zien hoe de goudprijs de afgelopen jaren
tegengesteld bewoog aan de goudverkoop door centrale banken uit Europese
landen. Heeft de afnemende verkopen van centrale banken de goudprijs
opgedreven, of zijn centrale banken steeds minder goud gaan verkopen
naarmate de prijs opliep?

Laag verkocht
Hoe het ook zij, vanuit een handelsperspectief ziet het plaatje er niet al te
mooi uit. In 2005, op een relatief laag niveau van iets meer dan 500 dollar
per troy ounce (31,1 gram) verkochten centrale banken volop goud – met
uitzondering van enkele landen, waaronder Duitsland.

In 2010 toen de goudprijs boven de 1.400 dollar reikte, werd er nauwelijks
meer goud verkocht door centrale banken. Een sell low-strategie dus.

Sommige centrale banken zijn zelfs overgegaan tot een buy high-strategie.
De Chinese centrale bank kocht
afgelopen jaar goud bij
en de centrale bank van Mexico
volgde
dat voorbeeld dit voorjaar.

Maar wie zijn eigenlijk de grootste goudlanden? Zie deze slideshow.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl