De werkloosheid in Nederland is in maart vrijwel stabiel gebleven, zo ziet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Na een lichte daling in de voorgaande maand, kwam de werkloosheid de afgelopen maand nu nipt hoger uit dan de maand ervoor.

Vorige maand zat 3,5 procent van de beroepsbevolking zonder betaald werk, meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers. In februari daalde de werkloosheid nog licht tot 3,5 procent, van 3,6 procent in januari.

De arbeidsmarkt is al geruime tijd erg krap en economisch mindere vooruitzichten hebben daar weinig verandering in gebracht.

Tegelijk ziet vacaturesite Indeed wel een voorzichtige kentering: De trend van het almaar stijgende aantal openstaande vacatures in Nederland is aan het afzwakken, nadat begin dit jaar nog een recordniveau werd bereikt. Het vacatureniveau ligt volgens de site nu zelfs lager dan eind 2022.

Minder uitkeringen ten opzichte van vorig jaar

In maart waren 357.000 mensen van 15 tot 75 jaar werkloos. Over de afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen toe met gemiddeld 2.000 per maand. Het aantal werkenden steeg in dezelfde periode met gemiddeld 4000 per maand en bedroeg 9,7 miljoen. Daarmee heeft bijna 73 procent van de Nederlandse beroepsbevolking een baan. Dit percentage is sinds december even hoog gebleven.

In maart hadden 3,6 miljoen mensen om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat voornamelijk om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Over het algemeen is de werkloosheid het hoogst bij jongeren van 15 tot 25 jaar. Onder hen nam de werkloosheid de afgelopen maanden toe, van 7,5 procent in december vorig jaar naar 8,0 procent in maart. Bij 45-plussers daalde de werkloosheid juist in dezelfde periode, van 2,5 naar 2,2 procent.

Het UWV verstrekte in maart 158.000 WW-uitkeringen, bijna 26.000 minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Ten opzichte van februari nam het aantal uitkeringen met ruim 4000 toe. De toename was het grootst bij de sectoren detailhandel, groothandel en overige commerciële dienstverlening.

In detailhandel en onderwijs is nog groei in het aantal vacatures

Een lager aantal openstaande vacatures kan bijvoorbeeld komen door de economische onzekerheid waardoor bedrijven voorzichtiger zijn geworden met het aannemen van nieuw personeel. Wel blijft de vraag groot.

Volgens Indeed is in andere Europese landen een vergelijkbare trend te zien. Vorig jaar nam het aantal vacatures in Nederland vrijwel onafgebroken toe door het sterke economische herstel van de coronacrisis. Veel bedrijven kampen met personeelstekorten en waren daarom dringend op zoek naar extra werknemers. Maar dat lijkt nu dus wat minder te worden, hoewel in de detailhandel en het onderwijs nog een groei van het aantal vacatures te zien is.

Maar in de bouw daalt het aantal vacatures juist, al ligt het niveau nog wel flink hoger dan voor corona, aldus Indeed. "De stikstofproblematiek vertraagt veel bouwprojecten en dat remt de vacaturegroei. Over de voortgang en uitkomst van dit politieke- en publieke debat is nog veel onzeker, met tot gevolg vragen over hoeveel, wanneer en of er überhaupt gebouwd kan worden, en dus ook hoeveel mensen hiervoor nodig zijn", zegt Stan Snijders van Indeed Benelux.

Ook in de financiële sector is het vacatureniveau wat teruggevallen, stelt Indeed. ‘Vermoedelijk speelt de recente onrust op de financiële markten over de bankensector een rol in de terugloop van de groei, na twee maanden van vacaturegroei aan het begin van het jaar", geeft Snijders aan.

"De afnemende vacaturetrend is een signaal dat we bewegen naar een ruimere verhouding tussen vacatures en kandidaten op de arbeidsmarkt. Werkgevers kampen al langere tijd met een relatief beperkt aanbod van sollicitanten, terwijl de vraag naar personeel groot is. Een afnemende vacaturetrend belooft meer lucht om het personeelsbestand op orde te krijgen", aldus Snijders.

UWV ziet nog altijd forse achterstand bij WIA-beoordelingen

Het UWV kampt nog steeds met aanzienlijke werkachterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen. Vergeleken met eind 2021 is het aantal mensen dat te lang wacht op een zogeheten WIA-beoordeling zelfs behoorlijk opgelopen. Mensen moeten veel te lang wachten voor ze zekerheid hebben over de toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, erkent de uitkeringsinstantie.

Die situatie heeft mogelijk ook gevolgen voor de plannen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsuitkering voor zzp'ers, zo meldt het Financieele Dagblad. Heeft het UWV wel ruimte om straks ook voor zelfstandigen die langdurig uitvallen te beoordelen of ze recht hebben op een uitkering?

"We hebben met de minister afgesproken dat we die regeling kunnen uitvoeren op het moment dat die mismatch is afgelopen, en dat zal nog meerdere jaren duren. Het startmoment is dus mede afhankelijk van de achterstand", zegt bestuursvoorzitter Maarten Camps tegenover het FD.

Eind 2021 bedroeg de achterstand circa 12.000 beoordelingen. Dat is toegenomen tot ruim 17.000. Er zijn zelfs ruim tweehonderd mensen die al vóór 2021 een aanvraag indienden en nog steeds op een beoordeling wachten. Vanwege de lange wachttijden zijn er ook mensen die het UWV in gebreke hebben gesteld. Daardoor heeft de uitkeringsinstantie vorig jaar voor 10,6 miljoen euro aan dwangsommen moeten betalen.

"We werken samen met de minister hard aan maatregelen om deze achterstanden terug te dringen. Dat heeft er in ieder geval toe geleid dat de achterstanden bij de WIA-beoordelingen in de laatste maanden van 2022 zijn gestabiliseerd", zegt UWV-bestuursvoorzitter Maarten Camps. Volgens hem zijn er nog meer aanvullende maatregelen nodig.

Het probleem is dat het UWV te weinig capaciteit heeft voor alle beoordelingen. Het aantal verzekeringsartsen is afgelopen jaar verder afgenomen van 565 naar 525 voltijdskrachten. Er gingen ervaren artsen met pensioen en er kwamen jongere collega's voor terug, die vaak nog opgeleid moesten worden en minder productief waren. Zo kon het gebeuren dat er vorig jaar maar 124.200 sociaal-medische beoordelingen zijn uitgevoerd. Dat is ruim 14 procent minder dan een jaar eerder.

Het UWV is er afgelopen jaar op andere vlakken wel in geslaagd om de dienstverlening uit te breiden en te verbeteren, komt naar voren uit het donderdag verschenen jaarverslag. Zo zijn bijna duizend brieven herschreven in begrijpelijke taal. Ook worden mensen op steeds meer vestigingen ontvangen door een speciale host. Het UWV heeft ook zogenoemde cliëntondersteuners aangesteld om mensen met complexe problemen beter te helpen.

"De cijfers laten zien dat we echt goed op weg zijn met de verbetering van de dienstverlening", zegt Camps. "Maar we zijn er nog lang niet, want er zijn ook mensen die zich nog niet goed door ons geholpen voelen. Op sommige punten kan de dienstverlening beter en we maken helaas ook fouten." In totaal ontvangen ruim 1,1 miljoen mensen maandelijks een uitkering van het UWV. Bij al die mensen blijven er volgens de organisatie "altijd situaties waarin het strikt volgen van wet- en regelgeving of van intern beleid van UWV onredelijk hard lijkt uit te pakken".

Lees ook: Deeltijdkloof tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt blijft groot