Vleermuizen staan vooral dankzij het huiveringwekkende verhaal ‘Dracula’ van
Bram Stoker in het verdomhoekje. Ze zijn doorgaans vrij lelijk en de
aaibaarheidsfactor is ook al niet hoog.
Toch zijn vleermuizen de beste vriendjes van een vijftigtal bedrijven en
onderzoeksbureaus in Nederland, want die verdienen goed aan deze ‘wezens van
de nacht’.
Noodzakelijk
"Ongeveer vijf- tot zevenduizend euro per opdracht." Dat is wat een
gemiddelde onderzoeksopdracht naar vleermuizen kan opleveren, stelt Johan
Thissen van de Zoogdiervereniging.
Deze non-profit organisatie leidt mensen op tot vleermuisonderzoekers en
-vangers. En dat is nodig, want sinds strenge richtlijnen van de Europese
Unie en – daaropvolgend – van het ministerie van Landbouw, Natuur en
Visserij (LNV) is veel onderzoek nodig naar de leefgebieden en populaties
van vleermuizen.
Een projectontwikkelaar die in een bepaald gebied een nieuw gebouw wil
neerzetten, moet aan allerlei regels voldoen. De luchtkwaliteit is in het
geding, het aangezicht, de grondkwaliteit, de schade aan de omgeving, maar
ook de leefomgeving van de vleermuis.
Beschermd
Enkele vleermuissoorten zijn zeldzaam geworden, andere soorten zijn geheel
uit Nederland verdwenen. Sinds 1973 zijn de beestjes bij wet een beschermde
diersoort. Ze mogen niet worden gevangen worden, laat staan gedood. Je mag
ze niet ergens opsluiten en hun leefomgeving moet onaangeraakt blijven.
Maar dat alles is soms onmogelijk omdat ergens iets gebouwd, gerenoveerd of
opnieuw gestructureerd moet worden. Het kan zomaar dat een oud gebouw op
instorten staat en gesloopt dient te worden. Dan moeten de vleermuizen wel
verhuizen.
Goed opgeleide vleermuisvangers mogen dat doen met een ontheffingsvergunning
van het ministerie van LNV. Dat kan voor de opdrachtgever van het bouw- of
sloopproject in de papieren lopen. De eerder genoemde vijf- tot zevenduizend
euro is geen uitzondering. "Die kosten kunnen inderdaad oplopen. Maar
ja, sommige projecten kosten miljoenen. Daar kan die 7000 euro vast nog wel
bij", aldus Thissen.
Meer onderzoek nodig
Het is overdreven om te zeggen dat onderzoek doen naar vleermuizen, of ze
vangen, een 'booming market' is. Maar dat de vraag sterk toegenomen is staat
buiten kijf, zegt Mark van de Valk van Bureau Waardenburg, een commercieel
onderzoeksbureau dat zich ook bezig houdt met vleermuisonderzoek.
"Wij krijgen zelf vanuit de markt steeds meer vraag naar
vleermuizenonderzoek. Dat weet ik ook van concurrenten in het vak. Op de
toegenomen vraag reageren wij dan weer door te proberen meer mensen te
werven en intern op te leiden."
Maar dat verloopt moeilijk. Het opleiden duurt relatief lang en er zijn altijd
uitvallers. Om de al opgeleide vleermuisdeskundigen wordt gevochten door de
bureaus. "Er wordt hard aan mensen getrokken", weet Van de Valk.
Niet iedereen
Vleermuizen in het wild onderzoeken mag iedereen, zolang je je aan de
wettelijke bepalingen houdt. 's Nachts gehurkt onder een boom zitten met een
detector in je handen, daar wordt een vleermuis niet warm of koud van.
Toch raadt het ministerie van LNV opdrachtgevers aan om in zee te gaan met een
kring bedrijven die bekend staat als het Netwerk Groene Bureaus, waar Bureau
Waardenburg ook bij aangesloten is, of anders de Zoogdiervereniging zelf.
"We zagen dat onderzoek werd verricht dat onder de maat was. Daar heeft
een projectontwikkelaar later weinig aan want die kan daardoor in de
problemen komen. Toen hebben wij en het Netwerk Groene Bureaus gezegd: laten
wij een standaard, een minimaal kwaliteitsniveau ontwikkelen", zegt
Thissen van de vereniging.
Daaruit vloeide een ook door het ministerie van LNV goedgekeurd protocol
voort. Een ontheffingsvergunning voor bijvoorbeeld het vangen van
vleermuizen middels mistnetten kan aangevraagd worden bij het ministerie. De
zogenaamde Dienst Regelingen geeft zulke vergunningen af, maar de Dienst
Landelijk Gebied - ook van het ministerie - adviseert of de vergunning
afgegeven kan worden, aldus Thissen.
Leuk
Vleermuizen vangen kan in ieder geval onderhoudend zijn. "Het is
verslavend", vindt Mark van de Valk van Bureau Waardenburg. "Onlangs
nog heb ik zeven nachten in een bos gezeten, met een detector en een lampje
op mijn hoofd. Het is ontzettend leuk om met zoiets bezig te zijn. De
spanning van het ontdekken van een vleermuis, en dan hopen dat je een
zeldzame soort hebt gevonden."
"Het lampje op mijn hoofd staat dan meestal uit, hoor. Want de
gevaarlijkste diersoort in Nederland zijn de mensen. Als je in een land
woont met slangen, beren en wolven, dan moet je uitkijken. Maar die heb je
hier niet."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl