Nee, met televisieprogramma Dragons Den wil hij zijn werk niet vergelijken.
“Dat is meer een show dan een serieus investeringsprogramma. Maar het
schenkt wel aandacht aan investeren in startende bedrijven. Dat kan in
Nederland geen kwaad.”
De 60-jarige Cees Jan Koomen mag gerust een technologieveteraan genoemd
worden. Al meer dan dertig jaar bekleedt hij topfuncties, vooral in
technische hoek. Een half leven bij Philips, de laatste jaren als ondernemer
en investeerder in Silicon Valley. “Op mijn leeftijd mag je achter de
geraniums zitten”, glimlacht hij. Maar dat is niks voor hem. “Te weinig
actie.” Te weinig risico.
In 2000, toen 52 jaar oud, kon hij blijven zitten waar hij zat. Woonachtig in
Silicon Valley hoefde hij als directeur bij Philips Digital Video Group
zeker geen risico te nemen. Toch begon hij voor zichzelf met Securealink,
een fabrikant van beveiligingschips. “Achteraf op het toppunt van de
internetbubble.” Hij glimlacht. “Dat kun je nu eenmaal niet voorzien.”
Zijn eerste zelfstandige avontuur verliep daardoor niet helemaal soepel. “Ik
heb op momenten salarissen uit eigen zak moeten betalen.” Eind 2001 kon hij
het bedrijf toch verkopen. Daarna werd Koomen durfinvesteerder in startups.
Hij nam onder meer zitting in de Band of Angels, de oudste ‘angel investor’
van Silicon Valley.
“Band of Angels investeert in een heel vroeg stadium in
bedrijven. Soms alleen in een idee of een prototype. Steun van ons is meer
dan geld alleen. Wij geven ook kennis en de startups kunnen profiteren van
ons netwerk. ‘Slim geld’ heet dat. Het is de manier zoals het in Silicon
Valley gaat. En dat is wat ik in Nederland ook graag zou zien.”
Want Koomen heeft een ideaal. De cultuur en formule van Silicon Valley
overzetten naar Nederland. Zijn instrument is het Point-One Innovation Fund,
dat hij vorig jaar oktober met twee anderen oprichtte. “Ja, er moet winst
worden gemaakt. Maar minstens zo belangrijk is de verbetering van het
klimaat voor technologie-startups.”
Risico is het sleutelwoord. “Ik wil dat de mindset in Nederland
verandert. Startende bedrijven moeten in het diepe durven springen. Als
investeerders vervolgens ‘slim geld’ investeren is hun kans van slagen
groter.” Dus niet alleen de instelling van ondernemers, maar ook van
investeerders moet veranderen.
Durven mislukken, daar draait het om. “Alles kan verkeerd gaan. Maar als je er
alles aan gedaan hebt, maar een concurrent was gewoon beter, dan is het geen
falen. Eerder een plus, een goede ervaring.” Het is de redenatie van Silicon
Valley, nog nauwelijks die van Nederland.
Er zijn nog wel meer verschillen. De arbeidsmarkt is hier veel minder
dynamisch, ziet Koomen. Als je nu je baan opgeeft, geef je ook heel veel
zekerheden op. Mensen blijven daardoor makkelijk zitten. “Dat is een
probleem. Er moet eigenlijk een systeem ontstaan waar snel en gemakkelijk
van baan wordt gewisseld.”
De overheid moet daarom de regelgeving rond ontslag versoepelen, vindt hij.
“Als daar tegenover veel nieuwe initiatieven staan, is dat geen enkel
probleem. Die mensen zijn zo weer aan het werk.” Uiteindelijk is zo’n
systeem beter voor de Nederlandse economie en is er meer werk, is Koomens
overtuiging. “Meer onderlinge uitwisseling, dus kennis wordt veel beter
uitgebuit.”
Het uiteindelijke streven is een gezond ecosysteem voor starters.
“Silicon Valley is één groot netwerk van persoonlijke relaties. Daar moeten
we uiteindelijk naar toe.” Point-One Innovation Fund zoekt daarom
toenadering tot Nederlandse venture capitalists. “Zij kunnen met ons
meedoen, als ze dat willen. Zo betrek je een bredere groep bij een startend
bedrijf. En is er een grotere kans dat een geschikte investeerder de startup
wil steunen.”
Het geld van Point-One Innovation Fund komt van grote bedrijven als NXP, ASML,
VDL en private equity-fonds Parcom, dat onder meer in Prime Technology
Ventures investeert. Hij betreurt het dat Alp Invest, het
investeringsvehikel van het ABP niet meedoet. “Zij zijn een belangrijke
investeerder in Silicon Valley. Maar bij ons willen ze niet meedoen. Te hoog
risico.” Hij geeft met duim en wijsvinger een kleine ruimte aan. “Terwijl
wij maar een hele kleine investering zouden zijn.”
Startups hebben interesse. Na bijna tien maanden staat de teller op
dertig geïnteresseerde startende bedrijven. “Maar in Silicon Valley krijgen
we er bij Band of Angels zeventig tot negentig. Per maand. En daarvan krijgt
gemiddeld slechts eentje steun.”
Uit de dertig Nederlandse startups zijn er drie gekozen waar het fonds in wil
gaan investeren. Wie dat zijn wil hij nog niet zeggen. “Maar we zijn geen
charitatieve instelling. Het zijn serieuze initiatieven.”
Of Nederland ooit een Silicon Valley zal worden? Koomen denkt even na.
“Geen letterlijke kopie, nee. Maar we kunnen wel een Nederlandse versie
nastreven. We hebben hier 200 duizend technische mensen. Met de cultuur en
de formule van Silicon Valley kunnen we die talentenpool optimaal benutten.”
Maar het gezonde 'ecosysteem' zal er niet binnen een jaar komen. Ook niet
binnen vijf jaar. “Een project van tien jaar”, schat Koomen. “Dan moeten er
toch duidelijke resultaten zijn geboekt.” Hij is dan zelf zeventig jaar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl