Terrorisme. Dat is het belangrijkste argument van Donald Trump voor de immigratiestop uit zeven landen in het Midden-Oosten die hij vorige week afkondigde.

Er is veel discussie over de effectiviteit van de maatregel: sommige experts denken dat de maatregel wel eens het tegenovergestelde effect kan hebben, en moslims alleen maar in de armen van IS drijft.

“We kunnen niet met Amerikaanse levens gokken”, zei John Kelly, minister van Binnenlandse Veiligheid dinsdag in een persconferentie. Maar hoe groot is die gok eigenlijk?

In Amerikaanse media duiken nu staatjes op van een onderzoek uit september 2016 van het Cato Institute, een liberale denktank. Zij keken wat de kans is dat je door een terroristische aanslag gepleegd door een buitenlander om het leven komt. Die cijfers zijn afgezet tegen andere doodsoorzaken:

dying death statistics odds by cause terrorism disease accidents BI Graphics

Beeld: Skye Gould/Business Insider

De kans dat je door een terroristische aanslag om het leven komt, is niet zo groot. Voor Europa kunnen we ook dergelijke lijstjes maken:

Waarom zijn we banger voor een terroristische aanslag dan om bij een verkeersongeluk om het leven te komen, terwijl in Europa 127 keer meer doden vallen in het verkeer dan bij aanslagen?

Geen controle

Wetenschappers hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe mensen risico inschatten. Eén van de belangrijke factoren is de controle die je over de situatie hebt, blijkt uit een van die studies. Zo is de kans dat je om het leven komt door een vliegtuigongeluk aanzienlijk kleiner dan als je de auto instapt. Maar je geeft de controle uit handen, en moet vertrouwen op de piloot. Dat vergroot het gevoel van risico.

Ook zien we meer gevaar in gebeurtenissen waarbij veel personen tegelijk om het leven komen. Die gebeurtenissen worden namelijk breed uitgemeten in de media, en blijven je beter bij. Daardoor lijken ze vaker voor te komen, terwijl dat helemaal niet zo is. Ga zelf maar na: hoeveel terroristische aanslagen kun je opnoemen? En hoeveel auto-ongelukken?

Dat heeft grote invloed op ons inschattingsvermogen. Zo vroegen Amerikaanse onderzoekers aan proefpersonen of ze konden inschatten hoeveel personen er elk jaar omkomen door tornado's en overstromingen, en aan astma en diabetes. De schattingen lagen bij elkaar in de buurt: de proefpersonen dachten dat er ongeveer evenveel mensen overleden door de natuurrampen als aan de ziektes. Maar in werkelijkheid overlijden er tienduizenden mensen meer aan diabetes dan de dodelijke slachtoffers van tornado's, die jaarlijks op ongeveer duizend uitkomt.

Beelden veroorzaken stress

Dat heeft er ook me te maken dat dergelijke rampen goed in beeld worden gebracht. Want wat je kunt zien, heeft meer impact. Zo deden wetenschappers onderzoek naar wat meer stress veroorzaakte na de bomaanslag in Boston in 2013: dat je in de buurt van de aanslag was - en dus zelf slachtoffer had kunnen zijn - of heel veel naar beelden op tv kijken. En wat blijkt, wie veel beelden van de aanslag had gezien, had een hoger stressniveau.

Terroristische aanslagen zijn bovendien anders van aard: ze komen onverwacht, en ze zijn er op gericht om zo veel mogelijk slachtoffers te maken. Daardoor reageren mensen op een andere manier op een aanslag dan op een verkeersongeluk. En dat heeft soms bizarre gevolgen: na de aanslagen van 11 september 2001 in New York durfden veel mensen niet meer te vliegen. In plaats van een binnenlandse vlucht te nemen, pakten veel Amerikanen de auto. En dat leidde tot honderden extra doden: een Duitse professor schat dat er bijna 1.600 extra verkeersdoden zijn gevallen vanwege het extra autoverkeer.