Energiebedrijven doen er volgens vermogensbeheerder Schroders goed aan meer haast te maken met het opvoeren van de gasproductie.
Met een verhoging van de gasproductie en een beperking van de olieproductie kunnen traditionele energieproducenten beter weerstand aan de verschuiving van vervuilende naar schonere energie, zo stelt vermogensbeheerder Schroders in een nieuw rapport.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt volgens Schroders dat een derde van de mondiale oliereserves, de helft van de gasreserves en meer dan 80 procent van de huidige steenkoolreserves ongebruikt moeten blijven tot 2050, om de klimaatdoelstelling van een opwarming van de aarde met maximaal 2 graden Celsius te halen.
Dat steeds meer wordt ingezet op duurzaamheid leidt er volgens Schroders toe dat de vervuiler meer moet betalen. Ook de opkomst van elektrische voertuigen zit de vraag naar meer vervuilende brandstoffen dwars.
Lage olieprijs
De stevige daling van de olieprijs heeft energieconcerns al fors pijn gedaan. Investeringsbudgetten zijn sectorbreed naar beneden bijgesteld.
Het huidige prijsniveau van ongeveer 35 dollar per vat voor ruwe olie zorgt er ook voor dat een deel van de complexe olieprojecten niet rendabel meer is.
Zakenbank Goldman Sachs heeft in dit verband berekend dat olie- en gasbedrijven als eerste activiteiten in diepwater, zware olie, teerzanden en sommige projecten voor vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) zullen schrappen, omdat die relatief kostbaar zijn.
Nadruk op gas
De nadruk die het rapport van Schroders legt op gas als minder CO2-intensieve brandstof, zal bij Shell in goede aarde vallen. De Brits-Nederlandse multinational tastte diep in de buidel om de Britse gasproducent BG over te nemen.
Shell produceert sinds 2011 al meer gas dan olie. Bij BG lag dit aandeel volgens de Franse bank in 2014 op circa 65 procent, becijferde de bank Société Générale. Met de afgelopen maandag afgeronde overname van BG profileert Shell zich in ieder geval sterker als gasbedrijf.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl