Er gebeuren soms dingen op de werkvloer die we collectief immoreel vinden. Meer regels en meer controle is dan vaak het antwoord. Maar werkt dat?

Animal Rights ging in maart undercover bij een varkensslachterij in het Vlaamse Tielt om daar te filmen hoe gruwelijk de dieren werden behandeld. Het horrorfilmpje van de actieclub is bijna een miljoen keer bekeken en de maatschappelijke ophef was groot.

Terecht, de beelden zijn verschrikkelijk. Dit willen we als samenleving niet. We vinden het immoreel om zo met dieren om te gaan.

De Vlaamse minister van Dierenwelzijn, Ben Weyts, gaat er nu voor zorgen dat er meer camera’s in slachthuizen komen, de opleidingen voor slachters worden verbeterd en een onafhankelijke partij alle Vlaamse slachthuizen gaat doorlichten.

Nederland reageerde vergelijkbaar. De Partij voor de Dieren (PvdD) kreeg afgelopen maand een meerderheid achter zijn motie om cameratoezicht in Nederlandse slachthuizen te installeren. Als de sector niet meewerkt, desnoods wettelijk verplicht.

Niet alleen pleit de PvdD voor camera’s in alle slachterijen, ook “voor livestreams van het gehele slachtproces, waarbij de beelden toegankelijk moeten worden voor het publiek”. Daarnaast wil de dierenrechtenpartij “beter (camera)toezicht op diertransporten en veehouderijen”.

Slachten, transport, de ‘veehouderij’. Eigenlijk moet alles in de vee-industrie het liefst dus fulltime onder toezicht staan van draaiende camera’s.

De limits of law

Stel je voor dat we iedere keer zo zouden reageren als er een rijinstructeur dronken achter het stuur wordt gepakt, een journalist verhalen blijkt te verzinnen of een VVD’er in opspraak raakt. Op een gegeven moment bereikt een samenleving dan de limits of law, als we daar niet al zijn.

Ik interviewde Wim Dubbink, hoogleraar bedrijfsethiek aan Tilburg University, vijftig minuten voor Café Weltschmerz over integriteit en moraliteit in het bedrijfsleven.

“Na ieder incident komt er een onderzoek om te kijken naar een oplossing”, analyseerde Dubbink. “Het gekke is dat de oplossing altijd dezelfde is: meer regels.”

Nadat eind 2010 werd ontdekt dat Robert M. tientallen kinderen seksueel had misbruikt in een Amsterdamse crèche, werd in 2013 het vierogenprincipe toegepast. Deze maatregel betekent dat een crèchewerknemer nooit alleen mag zijn met kinderen. Nooit.

Magazine Kinderopvang Totaal legt uit: “Of je een baby naar bed brengt, een ommetje maakt met wat peuters of op de groep staat, vanaf 1 juli 2013 moet het altijd mogelijk zijn dat een andere volwassene meekijkt of -luistert.”

Naast dat een maatschappij er niet leuker op wordt, denkt Dubbink ook niet dat dit soort maatregelen werken. “Bij die camera’s in slachthuizen zul je dan net zien dat de bandjes vol zijn, de camera’s vies raken of dat er hoeken zijn die niet goed gecontroleerd worden.”

Op de automatische piloot

Te veel regels en controle kunnen zelfs contraproductief zijn. “Wat er gebeurt met meer regels en toezicht is dat mensen dan denken: ‘nou, ik hou me aan de regels, dus het is toch verder goed zo’. Maar wat je wil is dat mensen juist zelf gaan nadenken, dat ze een beroep doen op hun moraliteit. Dat komt vanuit jezelf, niet vanuit het juridische.”

Dat meer regels en toezicht weinig helpt in het verbeteren van de moraliteit is vooral te zien in het bankwezen. Ondanks dat het aantal maatregelen sinds de crisis ontzettend hard is gegroeid, lijken bankiers zich niet ethischer te gaan gedragen.

Sterker nog, werknemers van banken zijn juist genoodzaakt om nog meer het verstand op nul te zetten. Er moet immers aan zoveel regels worden voldaan. Compliance, noemen ze dat. Iedereen die wel eens een hypotheek heeft aangevraagd, kent het verhaal.

Bovendien, als Dijsselbloem ervoor zorgt bonussen slechts 20 procent van het vaste salaris mogen zijn (een regel), verhogen ze toch gewoon het basissalaris? Terwijl we een beroep willen doen op goed gedrag, kunnen bankiers weer rustig schermen met: wat ik doe, mag.

Moraliteit is volgens Dubbink, in tegenstelling tot regels, iets ongemakkelijks, vergelijkbaar met een engeltje en duiveltje die tegen je praten. Om naar je eigen moraliteit te luisteren, moet je kunnen zien wat je doet. “Laat bankiers voelen waar ze me bezig zijn”, aldus de professor.

Een bankier zou dus eigenlijk zelf de ondernemer moeten helpen die hij een vernietigende renteswap heeft verkocht. En een grondstoffenhandelaar zou naar de Sahara kunnen afreizen om te zien wat het effect van voedselprijsspeculatie kan zijn.

Dit moet anders in slachterijen

Maar in Tielt zagen de slachters toch ook wat ze deden? Niet helemaal, de slachterij van Tielt heeft de slachtmethode gemechaniseerd.

“Als je methodes van slachten kiest waarbij je elk varken niet meer als een dier ziet maar als een ding, zoals in Tielt, dan ben je verkeerd bezig”, vertelt Dubbink. “Er is op internet ook een filmpje van een slager die een koe slacht waarbij hij het beest eerst gerust stelt, en later met eigen handen slacht. Een veel betere methode, want deze slager heeft aandacht voor waar hij mee bezig is.”

Er is natuurlijk ook een klein groepje mensen met een gebrek aan moraliteit. Misschien vallen de slachters in Tielt daar wel onder. Die laten zich sowieso niet tegenhouden door camera’s of regels. “Er zijn immorele mensen. We kunnen niet alles voorkomen, dat moeten we accepteren.”