De VO-raad liet zaterdag weten naar aanleiding van een bericht
in het AD
dat tussen de 70 en 90 procent van de besturen de gestegen
kosten niet meer kan ophoesten. Met name de stijgende personeelskosten zijn
debet aan de zorgwekkende situatie.

"De kosten zijn enorm gestegen, maar daar worden we niet voor
gecompenseerd met extra geld van de overheid", legt een woordvoerder
van de VO-raad uit. Daardoor slonk in 3 jaar tijd het eigen vermogen van
alle middelbare scholen in Nederland van 110 miljoen euro naar (nog maar) 30
miljoen.

De VO-raad luidde dan ook al een poos geleden de noodklok. Met het nieuwe
regeerakkoord komen er wel verbeteringen en investeringen voor de scholen,
maar de bezuinigingen van het oude kabinet blijven staan. "Als je kijkt
naar het ophogen van de 1000-urennorm naar 1040 uren, dat brengt voor de
scholen hoge kosten mee", aldus de VO-raad. Mede daardoor zou 87
procent van de scholen in het rood staan.

Voor die extra 40 uren moeten scholen eigenlijk nieuwe docenten aannemen, maar
daar is geen geld voor. "Het gevolg is dan dat klassen groter worden, wat
weer ten koste gaat van de kwaliteit van de lessen." Bovendien is het voor
scholen steeds lastiger om goed beleid te voeren. Naast het onderwijs moeten
bestuurders tegenwoordig ook verstand hebben van de financiën.

Daarmee reageert de VO-raad op het signaal dat de Algemene Onderwijsbond (AOb)
gaf dat scholen beter gecontroleerd moeten worden op hun uitgaven. De
VO-raad denkt in diezelfde richting en probeert al verbeteringen door te
voeren. "We zijn bezig met het opzetten van de VO-academie om bestuurders
beter te kunnen opleiden op financieel gebied. Scholen worden steeds meer
een soort bedrijven."

Ook kijkt de VO-raad naar het aanpassen van de BAPO-regeling. Die bepaalt nu
dat oudere docenten vanaf hun 52e jaar arbeidsduurverkorting kunnen krijgen.
Misschien gaat die regeling op de schop.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl