Eén van de belangrijkste redenen voor het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog
was de strijd om koloniale grondstoffen, en de vaarwegen die landen
gebruikten om die grondstoffen te verschepen.

Nu zijn wij van Z24 bepaald geen doemdenkers, maar na twee wereldoorlogen was
het belang van een vrije doorgang in de scheepvaart iedereen wel duidelijk.

De twee belangrijkste energiebronnen, olie en gas, bevinden zich op
grote afstanden van de belangrijkste afnemers. En dus speelt het transport
een grote rol.

De Amerikaanse regering had dat al snel door. President Jimmy Carter ontvouwde
daarom in 1980 zijn zogenaamde ‘Carter Doctrine’, die de Perzische Golf
feitelijk tot Amerikaans territoriaal water verklaarde.

Eén van de conclusies die vele landen trokken na de Tweede Wereldoorlog, was
dat de vaarwegen te allen tijde open moesten blijven. Het is een van de
pijlers onder het NAVO-verdrag.

Ook de oprichtende verdragen van de Verenigde Naties spreken van het vrije
verkeer van kapitaal als een grondrecht.

Het Gemenebest van Onafhankelijke Staten, dat werd opgericht na het
ineenstorten van de Sovjet-Unie en de meeste voormalige Sovjetstaten -
waaronder Georgië - in zich verenigde, erkent in de oprichtingsakte het
belang van een vrij verkeer van goederen, kapitaal en arbeid.

Daar zou nu energie bij moeten komen. Landen hebben afgesproken om de
vaarwegen vrij te houden, opdat vrije handel – de levensader van de meeste
landen – ongeïnterrumpeerd plaats kan vinden.

Net als de vaarwegen, zouden nu ook oliepijpleidingen gevrijwaard moeten
worden, ook (of misschien júist) als zij over land lopen.

Het vrije verkeer van energie is in ieders belang. Ja, Rusland kan de gaskraan
dichtdraaien, maar snijdt zichzelf daarmee in de vingers. Want het krijgt
dan ook geen geld meer.

Maar een staat als Rusland zou niet voor een ander land mogen bepalen
wat er door een pijpleiding loopt. Evenmin als Oekraïne dus iets te zeggen
zou hebben over Russische gas dat via Oekraïens grondgebied naar Polen
vloeit.

De Russische regering heeft immers ook niets te zeggen over een doos met een
in China gemaakte computer erin, die in een schip een Russische haven
binnenkomt maar dan op de trein gezet wordt naar Polen. De computer is
eigendom van de klant die ervoor betaald heeft.

Een land mag wel een klein beetje belasting heffen over de in- en uitvoer van
die computer, maar daar houdt het mee op.

Dit alles zou ook moeten gelden voor gas dat door een pijp vloeit. Gas
dat uit Azerbeidzjan via Russisch grondgebied naar Europa gaat,
bijvoorbeeld. En dat alles op straffe van sancties, waarover van tevoren
afspraken gemaakt worden.

‘Internationaliseer’ de pijpleidingen, kortom. Worden er nieuwe aangelegd, dan
betalen alle betrokken partijen een beetje mee – de leveranciers en de
afnemers van het gas, plus het land waar de leidingen overheen lopen.

Per zoveel honderd kubieke meter gas mag dan belasting geheven worden.

Het klinkt als een utopie, maar kan wel degelijk gerealiseerd worden.
Het zou voorkomen dat landen gevaarlijke politieke spelletjes kunnen spelen
door te dreigen met het afsluiten van een energietoevoer.

Het voorkomt óók dat andere landen unilaterale actie ondernemen die snel kan
leiden tot grote problemen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl