De huidige topvoetballers zijn financieel onafhankelijk. Ze worden geen
postbode meer of openen een kleine sigarenzaak, ze willen goede beleggingen
voor hun hopen geld. Maar dat gaat soms goed fout.
Johan Cruijff is een van de oudste en bekendste voorbeelden. Hij
investeerde ooit flink in een Spaanse varkensfokkerij en verloor daardoor
1,3 miljoen gulden.
Generatiegenoot van Cruijff Tsheu La Ling kwam ook flink in de problemen.
Verkeerde investeringen en gokschulden overlaadden de grillige aanvaller met
een schuld van 800 duizend gulden. Daarna wist hij zich overigens te
herpakken. Nu is hij een succesvolle ondernemer.
Recentelijk werd ook spits Pierre van Hooijdonk flink getild. Hij verloor door
een investering in een niet-bestaand Chinees textielbedrijf 250 duizend
euro.
Voetballers blijken succesvoller als ze het wat kleinschaliger
aanpakken. Clarence Seedorf heeft zijn eigen restaurant in Milaan, genaamd
restaurant Seedorf. Aron Winter begon ook een restaurant in het iets minder
exotische Lelystad, de ‘Italian Lounge’.
Frank Rijkaard ging na het winnen van de Champions League met Ajax in 1995,
kortstondig in de onderbroeken. Zijn Underjeans verkocht hij weer in 1997.
Ook Coen Moulijn stortte zich op kleding met een herenmodezaak in Rotterdam.
Ook speelgoed heeft aantrekkingskracht op de voetballers. Marc Overmars
investeerde met de hele familie in de Frustr8or, een soort puzzeltje. Brian
Roy had weinig succes met zijn voetbalpoppetjes. Hij ging met zijn bedrijf
Stars in Soccer failliet in 2006.
De onzekere avonturen maken een carrière in het voetbal toch weer
aantrekkelijk. Cruijff ging opnieuw voetballen, werd later trainer en
analist. Ook Van Basten en Rijkaard werden na jaren afwezigheid toch weer
trainers.
De anti-held is Berry van Aerle. Hij voetbalde met Romario en Ronald
Koeman. Hij won de Europa Cup I. Maar werd na zijn carrière gewoon postbode.
Overigens is hij sinds 2001 wel weer bij PSV betrokken. Hij scout
tegenwoordig voor de Eindhovense club.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl