De ongelukkige overname en opsplitsing van ABN Amro in 2007 maakt, vier jaar
na dato, nog altijd slachtoffers.
Het leek, een jaar voor het uitbreken van de kredietcrisis in 2008, een
ongekend huzarenstukje. Als ware corporate raiders sloegen
Fortis-topman Jean-Paul Votron, Fred Goodwin van Royal Bank of Scotland en
Emilio Botín van de Spaanse bank Santander toe.
ABN Amro, de trots van het Nederlandse bankwezen, werd via een vijandige
overname van 71 miljard euro opgeslokt en in stukken gehakt.
Een jaar later, toen de kredietcrisis in volle hevigheid uitbrak, bleek dat
zowel het Belgisch-Nederlandse Fortis, als Royal Bank of Scotland zich danig
hadden verslikt in de overname van ABN Amro. Fortis moest gered worden door
de Nederlandse en Belgische overheid, Royal Bank of Scotland kreeg steun van
de Britse regering.
Het debacle leidde voor zowel voor de Belg Votron als voor Sir ‘Fred the
Shred’ Goodwin tot een vernederende aftocht.
Lachende derde
De derde van de 'drie musketiers', de Spanjaard Emilio Botín Sanz de Sautuola
y García de los Ríos, leek het spel het slimst te hebben gespeeld.
Santander, de grootste bank van Spanje, kreeg in 2007 de Zuid-Amerikaanse
activiteiten van ABN Amro. Daarbij kwam nog de Italiaanse bank Antonveneta,
een dochter van ABN Amro. Maar die werd door Botín vrijwel onmiddellijk
doorverkocht aan een andere Italiaanse bank, wat financieel goed uitpakte
voor de Spanjaarden.
Vier jaar na dato echter, lijkt de overname van delen van ABN Amro toch nog
een hoofdpijndossier te worden voor Santander. Niet dat Botín, de machtigste
man in het Spaanse bankwezen, direct zelf wordt geraakt. Maar de reputatie
van Santander staat in Spanje flink onder druk.
Converteerbare obligaties
Wat is er aan de hand? In 2007 gaf Santander voor de financiering van de
overname van ABN Amro zogenoemde converteerbare obligaties uit voor een
bedrag van zeven miljard euro. Dit schuldpapier kreeg een looptijd van vijf
jaar.
In het eerste jaar leverden de obligaties een rente op van 7,5 procent, en in
de volgende vier jaar een rente van 2,75 procent per jaar. Na vijf jaar
zouden de obligatieleningen worden omgezet in aandelen Santander. Daarbij
werd als conversieprijs een koers vastgesteld die 16 procent boven de koers
van het aandeel in oktober 2007 lag.
Ogenschijnlijk niet onaantrekkelijk: het aandeel Santander hoefde vijf jaar
lang maar drie procent per jaar te stijgen. Dan zouden beleggers na vijf
jaar, bij het omruilen van de converteerbare obligaties in aandelen
Santander, een aandelenpakket overhouden dat dezelfde waarde had als de
oorspronkelijke inleg.
Forse strop
Helaas: afgelopen donderdag noteerde het aandeel Santander 5,78 euro. Een
koers van minimaal 14,13 euro is nodig om waardeverlies voor de houders van
converteerbare obligaties te voorkomen. De omruiloperatie staat gepland voor
oktober 2012. Dat is redelijk kort dag.
Zakenkrant The
Wall Street Journal meldt dat de zaak van de converteerbare obligaties
dreigt uit te monden in een reputatiedrama voor Santander. Hoewel het om een
product ging dat, ook volgens de officiële documenten, alleen geschikt is
voor meer ervaren beleggers, blijken medewerkers van Santander de
converteerbare obligaties ook te hebben aangeprezen bij particulieren met
weinig beleggingskennis.
Zo kocht de inmiddels 64-jarige weduwe Benita Pedrosa de converteerbare
obligaties van Santander in 2007, als aanvulling op haar pensioen van 800
euro per maand. Bij de huidige stand van zaken dreigt voor mevrouw Pedrosa
een verlies van 30 duizend euro, meer dan de helft van haar oorspronkelijke
investering, aldus de WSJ.
Papieren verlies: 4 miljard
Het totaalbedrag van de papieren verliezen op de converteerbare obligaties
bedraagt, bij de huidige beurskoers
van Santander, 4 miljard euro.
Inmiddels hebben al honderden klanten van Santander zich beklaagd en de
Spaanse beurstoezichthouder gaf recent aan dat er 'onregelmatigheden' zijn
geweest bij de verkoop van de converteerbare obligaties in 2007.
Spaanse consumentenorganisaties proberen voor een groep van 600
obligatiehouders een vergoedingsregeling te krijgen. Maar Santander houdt
vooralsnog vol dat de bank geen enkele blaam treft, en dat ze juridisch
correct heeft gehandeld.
Begin 2012 staan de eerste rechtszaken in Spanje op de agenda.
Lees ook:
Z24 Beurs: koers Santander
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl