Het weekblad Time heeft de ‘demonstrant’ uitgeroepen tot Persoon van het Jaar.
Niet ten onrechte, zo blijkt ook deze week in het Duitse Hamburg.
Daar vragen Indonesische oerwoudbewoners bij het Duitse hoofdkantoor van
Unilever om aandacht. Ze verloren hun huis op Sumatra, nadat Wilmar, een
toeleverancier van de Nederlands-Britse multinational Unilever, hun
leefgebied in beslag nam voor de aanleg van een palmolieplantage, zo meldt
het Duitse weekblad Der
Spiegel.
Die inbeslagname ging niet bepaald netjes – een bulldozer vernietigde een dorp
en politie nam de inwoners gevangen in opdracht van Wilmar – en de mensen
wachten bovendien op financiële compensatie.
Complexe zaak
Unilever zegt officieel dat het om een complexe zaak gaat, maar heeft interne
medewerkers gemaild dat een toeleverancier ‘onrechtmatige handelingen’ heeft
verricht in het gebied, meldt Der Spiegel. Waarschijnlijk op aandringen van
Unilever heeft Wilmar nu een provisorisch huttendorp ingericht op Sumatra om
de daklozen tijdelijk onder te brengen.
Hulporganisaties hebben deze week een handvol Indonesiërs naar Europa
gebracht. Ze richten hun pijlen op Unilever omdat het een van de grootste
afnemers van palmolie is. Het product wordt massaal toegepast in de
voedingsmiddelenindustrie, van chocoladepasta tot margarine.
Per uur zou jungle ter grootte van 88 voetbalvelden worden gekapt om ingericht
te worden tot palmolieplantage. Het verlies van regenwoud, de monocultuur en
het massale gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn schadelijke effecten van
de westerse vraag naar palmolie, zeggen de organisaties.
De demonstranten brengen een lokaal conflict in Indonesië dicht bij westerse
consumenten. "Rama (de Duitse variant van Blue Band) landroof bij het
ontbijt", zo luidt de boodschap van de demonstranten in Hamburg naar
het Duitse publiek.
Het protest dwingt fabrikanten en hun plaatselijke toeleveranciers tot
zorgvuldiger optreden.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl