De groei- en winstcijfers in de voedseltak waren over 2011 flink lager dan die van de andere divisies. West-Europa bleef de moeilijkste regio voor Unilever, hoewel het concern wel zegt marktaandeel te hebben gewonnen.
De zogenoemde onderliggende verkoopgroei, exclusief overnames en valutaschommelingen, bedroeg in Europa vorig jaar 0,7 procent, terwijl in Azië en Afrika dat cijfer 10,5 procent bedroeg. Ook de verkoopvolumes lagen in Europa lager dan elders, wat het concern gedeeltelijk compenseerde door prijsstijgingen. Daarmee berekende Unilever de gestegen grondstofprijzen gedeeltelijk door.
Zwakke plekken
Maar zelfs in de opkomende markten is her en der sprake van ,,zwakke plekken”, zei financieel topman Jean-Marc Huët in een toelichting op de cijfers die Unilever donderdag publiceerde. ,,Daar zullen wij goed moeten opletten.” Zo ondervond Unilever bijvoorbeeld sterke concurrentie in onder meer India en had het concern ook last van hogere grondstofkosten.
Unilever haalt inmiddels meer dan de helft van de omzet uit opkomende markten. Het concern liet weten overal beter dan de markt te hebben gepresteerd. Een ,,robuuste” prestatie, aldus Huët.
Grondstofkosten
Unilever ondervond in 2011 wel veel last van schommelende en hogere grondstofkosten. Het effect op de winst zal volgens de financieel topman dit jaar ,,veel en veel lager'' zijn. Dat neemt niet weg dat 2012 ,,weer een moeilijk jaar'' zal worden, aldus Huët.
De cijfers die Unilever presenteerde, lagen over het algemeen iets lager dan de verwachting van analisten. Over heel 2011 boekte Unilever een nettowinst van 4,6 miljard euro op een omzet van 46,5 miljard euro. Dat is respectievelijk 1 en 5 procent meer dan in 2010. Als gevolg van hogere kosten ging de onderliggende winstmarge van Unilever met 1,8 procentpunt omlaag. Dat werd gecompenseerd door onder meer kostenbesparingen, waardoor de marge met 0,1 procentpunt daalde.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl