Het viertal, onder wie oud-topman Cees van der Hoeven, staat in hoger beroep
terecht voor zijn aandeel in de boekhoudfraude die het bedrijf aan de
afgrond deed wankelen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft onvoorwaardelijke
gevangenisstraffen geëist tegen drie van de vier verdachten.

Het OM verdenkt de oud-bestuurders onder meer van het valselijk opstellen van
jaarrekeningen, het oplichten van de accountant en publieksmisleiding. De
zaak draait om het al dan niet terecht optellen van de omzet (consolideren)
van buitenlandse dochterondernemingen, waarin Ahold geen meerderheidsbelang
had. Het concern claimde middels zogeheten ‘control letters’ zeggenschap,
maar ontkende deze weer in ‘side letters’. De malversaties kwamen in 2003
aan het licht.

Boete en celstraffen voor topmannen Ahold
De rechtbank sprak in 2006 de Zweed, ex-commissaris Roland Fahlin vrij. Van
der Hoeven en voormalig financieel rechterhand Michiel Meurs kregen een
voorwaardelijke celstraf van negen maanden en een geldboete van 225.000 euro
opgelegd. Oud-bestuurder Jan Andreae kreeg vier maanden voorwaardelijke
celstraf en een boete van 120.000 euro opgelegd.

In hoger beroep riskeren Van der Hoeven, Meurs en Andreae weer
gevangenisstraf. Het OM eiste vijftien maanden celstraf, waarvan vijf
maanden voorwaardelijk voor Van der Hoeven. Meurs zou een straf moeten
krijgen van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Tegen
Andreae eiste het OM zes maanden cel, waarvan vier maanden voorwaardelijk.
Ook wil het OM dat het hof Andreae een werkstraf van 120 uur en een
geldboete van 120.000 euro oplegt. Fahlin zou een voorwaardelijke straf
moeten krijgen van zes maanden cel en een boete van 120.000 euro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl