Nederland heeft er met betalingsdienstverlener Mollie een ‘unicorn’ bij, een niet-beursgenoteerd bedrijf met een waarde van meer dan 1 miljard euro.

Toch valt er op techgebied nog veel te winnen voor Nederlandse startups en scale-ups, gelet op de dominantie van vooral de bekende Amerikaanse en Chinese techreuzen.

Als er vanuit Europa sterkere impulsen komen om de techsector op een hoger plan te tillen, zou dat veel kunnen helpen, aldus strategisch adviseur Diederik Heinink.

ANALYSE – Deze maand werd Mollie in een klap een ‘unicorn’. Het bedrijf haalde 90 miljoen euro op in een investeringsronde, waarmee de waardering boven de 1 miljard euro uit kwam. Mollie biedt digitale betaaloplossingen voor mkb-bedrijven.

Technologiebedrijf Adyen opereert in dezelfde hoek als Mollie en is nog een maatje groter: sinds de beursgang in 2018 is Adyen onder leiding van mede-oprichter en CEO Pieter van der Does razend hard verder gegroeid. De beurswaarde ligt inmiddels op een slordige 45 miljard euro.

Doet Nederland het hiermee goed op het gebied van technologie?

Dat is maar net hoe je het bekijkt. Op het gebied van betalen, dus fintech, zeker. Nederland heeft een relatief grote financiële sector, een snelle en compacte infrastructuur en een hoge adoptie van nieuwe technologieën. Ons land biedt daardoor gunstige randvoorwaarden voor deze specifieke sector.

Breder bekeken: mede door deze gunstige randvoorwaarden is Amsterdam zo langzamerhand uitgegroeid tot een Europese startup hub. En veel van die startups (en scale-ups) zijn actief zijn op het gebied van technologie voor allerlei sectoren.

Chinese en Amerikaanse techbedrijven domineren waar schaal de hoofdrol speelt

De inspanningen van TechLeap.NL (voorheen StartupDelta), geleid door Prins Constantijn, en ander initiatieven (zoals Holland Fintech) om van Nederland een Europese voorloper op het gebied van technologie te maken, lijken hun vruchten af te werpen. Onze open economie, internetdichtheid en andere voordelen hebben hieraan zeker ook bijdragen.

Maar Europees of wereldwijd een leider op technologie zijn, is nog iets anders. Niet dat werelddominantie altijd het doel moet zijn; een lokale nichespeler zijn, kan ook de ambitie zijn.

Het spel van digitale spelers en platforms gaat echter vaak over schaal en wordt vooral internationaal gespeeld. En dan is het beeld heel eenvoudig: hier zwaaien China en de VS de scepter.

Niet vreemd, want met een thuismarkt van honderden miljoenen mensen en in het geval van China zelfs meer dan 1,3 miljard, is het wat makkelijker schalen, dan in een polder met 17 miljoen mensen.

Europese markt is gefragmenteerd

Nederland heeft Europa nodig; het is de meest logische route voor internationale expansie. Maar, er zijn nogal wat obstakels voor snelle groei in en via Europa; het continent is sterk versnipperd en wat dat betreft niet te vergelijken met China en de VS.

In Europa kent elk land in principe eigen regulering, een eigen taal en cultuur (met verschillen in consumentengedrag) en verschillende gradaties van internetgebruik en adoptie van nieuwe technologie.

Daarnaast kent Europa niet het ondernemers- en business-first klimaat van de VS en China. Europa is – relatief gezien – socialer en politieker en dat lijkt te wringen met het vergroten van haar concurrentiepositie ten opzichte van de andere machtsblokken.

Ondertussen komen de buitenlandse spelers in toenemende mate naar Europa en Nederland. Kijk maar naar Amazon, Ant Financial en Google.

Aanval is de beste verdediging: er valt nog veel te winnen op techgebied

Europa zou zich economisch meer eensgezind moeten opstellen en een sterkere gezamenlijke visie en ambitie moeten ontwikkelen om haar intercontinentale concurrentiepositie te verstevigen.

Te veel de reguleringskaart spelen is puur defensief in een markt waar een aanvals- en groeistrategie de beste verdediging is. Zeker in een wereld van digitalisering die zich door corona alleen maar sneller ontwikkelt.

Bovendien hebben we nog heel wat te winnen: denk bijvoorbeeld aan kunstmatige intelligentie en augmented reality.

Vraag is welke rol hierbij voor Nederland is weggelegd. Worden we net als Ajax vooral een broedplaats voor Europa en de wereld, die bij hoge uitzondering kampioenen zoals Adyen en Mollie voortbrengt? Daar lijkt het voorlopig wel op.

Tegelijk heeft de digitale markt nog heel veel potentie. Het vereist een onderscheidende visie, grenzeloze ambitie en jarenlang keihard werken om daar als winnaar te komen bovendrijven. Een ambitieus en eensgezind Europa zou daarbij heel prettig zijn.

Diederik Heinink is oprichter van East en adviseert bedrijven en leiders over hun positionering en bedrijfsstrategie. Daarnaast is hij high performance coach. In de afgelopen jaren was hij veel actief in de finance en techsector. Hij werkte onder andere voor ING, Randstad en veel internationale scale-ups en mid-corporates.