De week begon met een voortzetting van de opmars die de week daarvoor was
ingezet.
Donderdag werden de verliezen in het laatste halfuur van de handel beperkt,
vrijdag was het echt over met de pret.
Consument somber
Beleggers waren pessimistisch gestemd nadat was gebleken dat het vertrouwen
van de Amerikaanse consument in juli ten opzichte van de maand ervoor flink
was gedaald.
De toonaangevende Dow-Jonesindex van dertig hoofdfondsen sloot de week af op
een stand van 10.097,90 punten. Dat is 2,5 procent lager dan het slot van
donderdag.
De breder samengestelde S&P 500-index eindigde op 1064,88 punten, een
teruggang van 2,9 procent. Technologiebeurs Nasdaq leverde 3,1 procent in
tot een stand van 2179,05 punten.
Het vertrouwen van consumenten in de Amerikaanse economie is in juli gedaald
tot het laagste niveau van de afgelopen elf maanden. De index kwam uit op
66,5. In juni kwam het vertrouwen nog uit op een stand van 76.
Het afgenomen vertrouwen is opnieuw een teken van het moeizame herstel van de
Amerikaanse economie, die van oudsher wordt aangedreven door de uitgaven van
consumenten.
Eerder deze week vielen cijfers over de industriële productie tegen en
waarschuwde het stelsel van Amerikaanse centrale banken voor langzame
economische groei.
Lagere omzetten
General Electric, Bank of America en Citigroup kwamen vrijdag met cijfers,
beleggers waren teleurgesteld over lagere omzetten vergeleken met een jaar
eerder.
Apple wist het koersverlies te beperken tot iets meer dan een half procent
nadat ceo Steve Jobs geruchten over een terugroepactie voor de iPhone 4 had
ontzenuwd.
De euro kostte aan het eind van de handel op Wall Street 1,2927 tegen 1,2930
dollar aan het eind van de handel in Europa.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl