De stijgende rente wijst erop dat de zorgen over de financiële toekomst van Spanje toenemen. Die zorgen werden de afgelopen maanden verlicht door de Europese Centrale bank (ECB), die aangaf onder strenge voorwaarden bereid te zijn actie te ondernemen om de rente te drukken.
Die belofte zorgde voor een aanzienlijke daling van de rente op Spaanse 10-jaarsleningen, van ruim 7 procent in juli tot 5,4 procent vorige maand. De afgelopen weken is de spanning in de eurozone echter weer behoorlijk opgelopen, doordat de verwachte hulpaanvraag uit Spanje is uitgebleven en de vrees voor een Grieks faillissement weer is gegroeid.
Groeiende onenigheid
Een definitief besluit over de toekenning van het volgende deel van de noodleningen voor Griekenland werd maandag uitgesteld. Ondertussen kwamen er signalen naar buiten van groeiende onenigheid in het kamp van de geldschieters, met de eurolanden en de ECB aan de ene en het IMF aan de andere kant.
Het IMF wil vasthouden aan de eerdere eis dat de Griekse staatsschuld in 2020 is gedaald tot 120 procent van het bruto binnenlands product. De eurolanden zouden overwegen de Grieken in dit verband 2 jaar extra de tijd te geven. De IMF-deadline lijkt momenteel alleen haalbaar als de eurolanden en de ECB een groot deel van hun vorderingen op Griekenland afschrijven. Zij zien hier echter niets in.
Euro
De onrust in de eurozone zette dinsdag ook druk op de waarde van de euro. Die zakte tussentijds tot 1,2660 dollar, het laagste niveau sinds begin september.
Aan het einde van de middag zakte de rente op de Spaanse leningen weer wat in, tot het niveau van maandag (circa 5,9 procent). De euro sterkte aan tot 1,2715 dollar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl