Shell zet het mes dieper in de eigen organisatie. De oliereus schrapt de komende drie jaar 15 miljard dollar aan investeringen.
Dat maakte de Nederlands-Britse oliemaatschappij donderdag bekend bij de publicatie van Shell’s resultaten over het vierde kwartaal van vorig jaar.
De lagere investeringen hangen samen met de sterk gedaalde olieprijs. De gemiddelde prijs van een vat Brentolie in oktober, november en december kwam uit op ruim 76 dollar, bijna 30 procent lager dan in de laatste drie maanden van 2013. De gasprijs (Henry Hub) lag gemiddeld bijna 4 procent lager.
Veel oliebedrijven zien zich door de lagere olieprijs genoodzaakt hun investeringsplannen bij te stellen, omdat het bij het huidige prijsniveau veel langer duurt voor een investering is terugverdiend. Bij Shell treft dat zo’n veertig projecten, aldus topman Ben van Beurden.
Volgens de bestuursvoorzitter beschikt Shell over opties om de uitgaven nog verder te verlagen als dat nodig is. “Maar wij willen niet overdreven reageren op de huidige lage olieprijzen en onze beste mogelijkheden op tafel houden”, zei hij.
De oliemaatschappij handhaaft het dividend op 0,47 dollar per aandeel en verwacht dat over het eerste kwartaal weer te zullen doen. "We hebben een zeer lange termijn dividendbeleid en ik ben niet van plan dat te veranderen", zei Van Beurden tegen Bloomberg TV. "Het dividend is een icoon bij Shell en ik zal er alles aan doen om het te beschermen."
Stijging olieprijs op termijn
Van Beurden gaf onlangs in het bedrijfsblad Shell Venster aan erop te rekenen dat de olieprijs op termijn weer stijgt. Voor de lange termijn ziet hij nog steeds een groeiende mondiale energievraag.
Toch laat de halvering van olieprijzen in pakweg zes maanden tijd Shell niet koud. “Wat wel een probleem kan worden, is dat we met een lagere olieprijs minder geld binnenkrijgen en dus minder uit te geven hebben”, schetst Van Beurden in Shell Venster. “Ons investeringsprogramma hebben we voor een deel opgebouwd met het idee dat de olieprijs rond negentig dollar zou liggen. Dus als de olieprijzen een paar jaar laag blijven, komt dat programma onder druk te staan.”
Bezig door de organisatie
Van Beurden is hard bezig de bezem te halen door de organisatie, onder meer door onrealistische plannen te schrappen en niet-renderende activiteiten te verkopen. Dit is ook terug te zien in de omvang van de investeringen. De bruto investeringen lagen vorig jaar ruim 8 miljard dollar lager dan in dezelfde periode over 2013.
Anderzijds verkocht Shell voor ruim 13 miljard dollar onderdelen in 2014, tegen een opbrengst van 1,7 miljard dollar een jaar eerder. Die opbrengsten uit verkopen kunnen Shell in ieder geval tijdelijk helpen om bijvoorbeeld het dividend op peil te houden, als de inkomsten uit de oliewinning door lagere prijzen teruglopen in 2015.
Minder investeren levert voor Shell op de langere termijn wel een risico op: het toekomstige productievolume van olie en gas wordt hiermee beperkt en dat heeft ook invloed op toekomstige inkomstenstromen.
Winst lager dan verwacht
De winst op basis van geschatte voorraadkosten (ccs), exclusief eenmalige posten, nam met 12 procent toe tot 3,3 miljard dollar. Dat resultaat, dat uitgangspunt is voor zowel Shell zelf als voor financieel analisten, is fors minder dan de 4,1 miljard euro die door analisten gemiddeld was verwacht.
De tegenvaller komt met name doordat Shell minder verdiende aan de productiekant. Upstream, de divisie die olie en gas opspoort en oppompt, boekte 1,7 miljard dollar winst waar marktvorsers in doorsnee op 2,8 miljard dollar hadden gerekend. Volgens Van Beurden is dat te wijten aan extra afschrijven op nieuwe bronnen die tegenvielen, wisselkoerseffecten en extra voorzieningen in verband met juridische kosten.
De gemiddelde dagproductie lag vergeleken met dezelfde periode vorig jaar ruim 1 procent lager op 3,21 miljoen vaten. In combinatie met de lagere olieprijs zorgt dat voor een tegenvaller in het vierde kwartaal.
De raffinage- en retaildivisie van Shell (Downstream) deed het met 1,6 miljard dollar winst wel beter dan verwacht.
Rendement op investering blijft nog laag
Dat er nog werk aan de winkel is voor topman Van Beurden bleek ook uit de ontwikkeling van het gemiddelde rendement op het geïnvesteerde vermogen, een belangrijke maatstaf voor de winstgevendheid.
Dit kwam vorig jaar exclusief eenmalige posten uit op 8,9 procent, tegen 7,9 procent een jaar eerder. Dat is weliswaar een verbetering, maar komt nog niet in de buurt van de jaren 2010, 2011 en 2012, toen dit rendementscijfer boven de 10 procent lag.
Supermajors
Shell hoort tot de zogenoemde ‘supermajors’ in de olie- en gassector. Dat is een select clubje van extreem grote westerse olie- en gasbedrijven, die veel olie en gas oppompen, ruwe olie verwerken tot eindproducten als benzine, diesel en kerosine en over een uitgebreid distributienetwerk beschikken.
De westerse top drie bestaat naast Shell uit het Amerikaanse ExxonMobil en het Britse BP. Shell is de eerste die met jaarcijfers naar buiten komt.
Bron: Z24/ANP
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl