De overheid hoeft definitief geen rekening te houden met schadeclaims van Shell en ExxonMobil wegens het besluit de gaswinning in Groningen helemaal te stoppen.

Daarnaast bieden de bedrijven garanties dat dochteronderneming NAM altijd kan en blijft betalen voor aardbevingsschade en de versterking van gebouwen.

Dat heeft minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) bekendgemaakt. Naar verwachting blijft na de beëindiging van de winning ongeveer 450 miljard kubieke meter gas in de grond zitten. Bij de huidige gasprijs vertegenwoordigt dit een waarde van ongeveer 70 miljard euro.

Met de twee aandeelhouders van de NAM zijn daarnaast nieuwe afspraken gemaakt over de verdeling van de resterende gasopbrengsten. Daarvan krijgt het gasbedrijf een groter deel dan onder de huidige afspraken, de overheid juist minder. Hoeveel dit de schatkist gaat kosten, kan Wiebes nog niet zeggen.

De nieuwe verdeling moet ervoor zorgen dat de NAM financieel sterk genoeg blijft om de aardbevingsschade te kunnen blijven betalen. Om diezelfde reden hebben Shell en ExxonMobil toegezegd dit en volgend jaar af te zien van een dividenduitkering door de NAM.

NAM draagt bij aan versterking Groningen

Verder is afgesproken dat de NAM een bedrag van 500 miljoen euro bijdraagt voor de versterking van de economie en leefbaarheid in de regio. Het kabinet verdubbelt dat bedrag, zodat er 1 miljard euro voor beschikbaar komt. Volgens Wiebes toont het akkoord op hoofdlijnen aan ,,dat de oliemaatschappijen hun verantwoordelijkheid nemen''.

De afspraken zorgen volgens topvrouw Marjan van Loon van Shell Nederland vooral voor duidelijkheid. "Hoe hoog de rekening ook wordt, de NAM betaalt en wij staan daarvoor garant'', zei zij. "Ik hoop dat dit ook de mensen in Groningen geruststelt.''

Voor duizenden Groningers is evenwel nog altijd onduidelijk wat er met hun beschadigde woning moet gebeuren. Volgende week wordt een advies verwacht van de Mijnraad met een herberekening van het aardbevingsrisico, nu besloten is de gaswinning te beëindigen. Aan de hand daarvan wordt bepaald welke ingrepen nog nodig zijn.