Dat schrijft minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) donderdag
aan de Tweede Kamer.
Nederland loopt voorop met de ontwikkeling van dit soort ‘in-car’ technologie.
Het zou dus ook voor de economie goed zijn als deze innovaties worden
doorgezet, zodat ze bijvoorbeeld in het buitenland kunnen worden verkocht,
denkt de minister.
Schultz, de autoindustrie, wegbeheerders en informatieleveranciers steken
daarom de koppen bij elkaar om zo snel mogelijk tot goede ontwikkelingen te
komen. Omdat het van groot maatschappelijk belang is, wil de minister komen "tot
een gezamenlijke koers en een concrete agenda voor ontwikkeling en innovatie",
schrijft ze.
Kleine proeven
Tot nog toe zijn in Nederland kleine proeven gedaan met actuele en
persoonlijke reisinformatie en met nieuw technieken om het verkeer te
managen. "We willen nu de stap van klein naar groot maken: van kleine
projecten naar een landelijke uitrol van kansrijke projecten", aldus
Schultz.
Volgens haar bieden smartphones, navigatie- en communicatiesystemen nog enorme
kansen om de wegen beter te benutten.
Schokbewegingen tegengaan
In Amsterdam loopt bijvoorbeeld een proef met in-car informatie waardoor
automobilisten sneller op hun bestemming zijn. In Brabant zijn er
experimenten om veiliger, comfortabeler en zuiniger te rijden.
Ook is er een test om 'schokbewegingen' van het verkeer tegen te gaan, zodat
er minder files ontstaan. Daar komt in 2014 nog een proef bij om spookfiles
tegen te gaan. Dat zijn files die ontstaan zonder duidelijk aanwijsbare
oorzaak.
Matrixborden zullen voorlopig blijven
Overigens is het niet zo dat de informatie langs de weg - nu meestal verspreid
via matrixborden of andere panelen - binnenkort verdwijnt.
Veel automobilisten zijn nog niet zo ver dat ze een auto hebben met al deze
technische snufjes. Pas als dat zo is, kan het oude systeem langzaam maar
zeker verdwijnen.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl