Een meevaller voor eigenaren van zonnepanelen: de salderingsregeling, de subsidieregeling die momenteel geldt voor het terugleveren van zonne-energie aan energieleveranciers, blijft tot 2025 zonder beperkingen gelden. De afbouw van dit fiscale voordeel zou oorspronkelijk vanaf 2023 in gang worden gezet.

Huizenbezitters zijn blij. Volgens Vereniging Eigen Huis werkt de regeling goed en stelt deze huiseigenaren ook in staat de woning te verduurzamen en de energierekening omlaag te krijgen. Dit stelt de vereniging maandag in een reactie op een eerdere Kamerbrief.

Het was al bekend dat de beoogde datum voor de versobering van 1 januari 2023 niet werd gehaald. Minister van Klimaat en Energie Rob Jetten schreef in een brief aan de Tweede Kamer dat de regeling twee jaar later wordt ingesteld.

Door dit uitstel krijgen netbeheerders, energieleveranciers, toezichthouders en huiseigenaren langer de tijd om zich voor te bereiden op het beoogde afbouwplan van de salderingsregeling.

Lees ook: Huishoudens lopen inkomsten mis door uitval zonnepanelen: salderen steeds lastiger door drukte op het stroomnet

Salderingsregeling zonnepanelen

De salderingsregeling werkt als volgt: wie zelf stroom opwekt met zonnepanelen en deze energie niet meteen gebruikt, kan de zonnestroom terugleveren aan het net. Daarvoor krijg je een vergoeding die qua prijs gelijk is aan de prijs die je betaalt als je stroom afneemt van je energieleverancier.

Stel een huishouden verbruikt jaarlijks 3.200 kWh stroom, maar levert ook 1.500 kWh terug aan de energieleverancier. Dan wordt dit gesaldeerd tot 1.700 kWh netto verbruik. Daarover betaal je dan bijvoorbeeld 0,52 euro per kWh, ofwel 884 euro per jaar bij de huidige variabele energietarieven.

Waarom is hier sprake van subsidie? Dat zit als volgt: de stroomprijs van 0,52 euro per kWh is opgebouwd uit een kaal 'leveringstarief' en belastingen zoals de duurzaamheidsopslag ODE, de energiebelasting en de btw.

Je kunt als particuliere eigenaar de teruggeleverde stroom verrekenen tegen de prijs per kWh inclusief alle belastingen en dat komt neer op een vorm van subsidie, aangezien je eigenlijk een hogere prijs per kWh krijgt dan de kale leveringsprijs.

Dit systeem gaat vanaf 2025 op de schop. Er wordt dan een onderscheid gemaakt tussen de prijs die je betaalt aan je energieleverancier als je stroom afneemt, en de prijs die je krijgt als je stroom teruglevert. Als je stroom afneemt, betaal je het tarief inclusief de belastingen, dus de 0,52 euro per kWh uit het voorbeeld.

Als je stroom teruglevert krijg je vanaf 2025 echter een lagere prijs. De afbouw wordt zo geregeld dat je over tien jaar alleen nog een door je energieleverancier vastgesteld 'kaal tarief' terugkrijgt. Om een idee te geven: als je de stroomprijs van 0,52 euro per kWh neemt, dan bestaat daarvan momenteel 28 cent uit het 'kale leveringstarief' en 24 cent uit belastingen.

Afbouw salderen zonnestroom: wat scheelt het?

Als je dus alleen het kale leveringstarief terugkrijgt, dan heeft dat behoorlijke invloed op het financiële voordeel van terugleveren aan het net.

Nemen we het bovenstaande voorbeeld weer: je betaalt voor 3.200 kWh verbruik afgerekend tegen 0,52 euro per kWh in totaal 1.664 euro. Als je voor de teruggeleverde van 1.500 kWh een vergoeding van 0,28 euro per kWh krijgt, levert dat nog maar 420 euro, in plaats van 780 euro tegen een tarief van 0,52 euro per kWh.

Een schrale troost voor eigenaren van zonnepanelen is dat de salderingsregeling in stappen wordt afgebouwd. Zo was het plan dat je in het eerste jaar van de beperking 91 procent van de geleverde stroom tegen het volle tarief inclusief belastingen zou mogen salderen. In het jaar daarna zou dat 82 procent zijn.

Het goede nieuws is dat je in 2023 en 2024 nog alle teruggeleverde stroom tegen het stroomtarief inclusief belastingen mag salderen. Daar staat echter tegenover dat het kabinet vanaf 2025 voor een versnelde afbouw kiest. Dat is weergeven in de volgende tabel.

Dus hoeveel voordeel levert het uitstel van de afbouw van de salderingsregeling op in twee jaar?

Gaan we terug naar ons voorbeeld. Als je de 1.500 kWh teruggeleverde stroom tegen de 0,52 euro per kWh mag salderen, is het voordeel 780 euro. Mag je 91 procent tegen het volle tarief afrekenen en 9 procent tegen het kale tarief (28 cent), dan is het voordeel 30 euro lager; bij een salderingspercentage van 82 procent valt het voordeel 62 euro lager uit.

Als je twee jaar langer mag salderen tegen 100 procent heb je dus 92 euro extra voordeel.

Daar staat tegenover dat je in het nieuwe kabinetsvoorstel in 2025 in één keer te maken krijgt met een salderingspercentage van 64 procent. In ons voorbeeld komt dat neer op een vergoeding voor de teruggeleverde stroom van 650 euro. In het oude afbouwvoorstel zou je in 2025 mogen salderen tegen 73 procent, wat een voordeel van 682 euro zou opleveren, dus 32 euro meer dan in het nieuwe voorstel.

Dit alles laat zien dat de vertraging van de afbouw van de salderingsregeling wel iets kan opleveren, maar het gaat waarschijnlijk om een vrij beperkte winst.

Belangrijker is uiteindelijk wat de stroomprijzen in de komende jaren doen. We rekenen nu met de huidige toptarieven van 0,52 euro per kWh inclusief belastingen. Een jaar geleden lag het gemiddelde variabele leveringstarief meer dan de helft lager op ongeveer 0,23 euro per kWh inclusief belastingen.

Bij de huidige torenhoge energieprijzen is het veel lucratiever geworden om zelf stroom op te wekken via zonnepanelen. Mochten de prijzen weer terugzakken tot de oude niveaus, dan zal dat op de korte termijn een veel groter effect hebben op het financiële voordeel van de teruglevering van zonnestroom dan de twee jaartjes uitstel van de beperking van de salderingsregeling.

LEES OOK: Installateurs voor zonnepanelen ervaren topdrukte door energiecrisis en oorlog: ‘Terugverdientijd bij aankoop is gehalveerd’