Dat zei premier Mark Rutte donderdag voorafgaand aan zijn vertrek naar een
speciale Libiëtop in Parijs.
Het gaat om ongeveer de helft van de circa 4 miljard dollar aan Libische
tegoeden in Nederland die het kabinet in maart bevroor. Aanleiding was de
bloedige onderdrukking van de opstand tegen het regime van de inmiddels
verdreven Libische leider Muammar Kaddafi.
Volgens de premier is het vrijgeven van het geld ,,van het grootste belang
voor het op gang brengen van de Libische economie”. Libië is in principe
een rijk land, aldus de premier. ,,Je moet ook kijken wat de Libiërs zelf
nodig hebben. Zij zijn de vragende partij.”
Rutte wil ook expertise aanbieden voor het opsporen van mijnen en niet
ontplofte explosieven in Libië. Hij zal verder op de Libiëtop herhalen dat
Kaddafi zo snel mogelijk voor het Internationaal Strafhof in Den Haag moet
worden gebracht.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl