Volgens het hof is de huidige antirookwetgeving ongrondwettig omdat die het
bestaan van de kleine horecaondernemers bedreigt. Deze zaken met weinig
oppervlak zijn niet in staat een aparte, afgesloten rookruimte te creëren,
zoals grotere zaken wel kunnen. De kleine ondernemers zien daarom hun
klandizie afnemen.

De uitspraak geldt voor cafés en restaurants met een maximale
oppervlakte van 75 vierkante meter waar jongeren onder de achttien jaar niet
naar binnen mogen. Ook discotheken die niet toegankelijk zijn voor jongeren
kunnen de asbakken weer op tafel zetten.

Ondanks het feit dat de rechters de bescherming van de volksgezondheid een
als,,buitengewoon belangrijk gemeengoed” beschouwen, vinden ze dat als
grote zaken rookruimtes mogen creëren er ook regelingen voor kleine cafés
getroffen moeten worden. Uiterlijk eind 2009 moet de antirookwetgeving zijn
aangepast en tot die tijd is de opheffing van het verbod geldig.

Formeel geldt de uitspraak alleen voor Berlijn en Baden-Württemberg,
maar in Schlewsig-Holstein, Sachsen en Reinland-Pfalz was het rookverbod
voor eenmansbedrijven al opgeheven, op voorwaarde dat de eigenaren zelf de
drankjes serveren.

In de ‘anarchistische’ wijk Kreuzberg in Berlijn verandert er voor veel cafés
niets door de regeling. Daar werd sinds de ingang van het rookverbod op 1
juli gewoon doorgerookt. In de cafés, maar ook op de stoepen en terrassen in
de Oranienstrasse stonden als vanouds bomvol met mensen die met een flesje
bier in de hand een sigaretje rookten. In enkele cafés was de ongeschreven
regel: bij een controle betalen de rokers samen met de eigenaar de 300 euro
boete. Op de meeste plekken is het daar niet meer van gekomen.

In Nederland werden kleine cafés die het rookverbod aanvochten onlangs
door de voorzieningenrechter in het ongelijk gesteld. De stichting Red de
Kleine Horeca-ondernemer heeft zich echter niet bij de uitspraak neergelegd
en bereidt nu een bodemprocedure voor.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl