Mensen die op de pof leven hebben een grotere kans om in financiële problemen
te geraken dan mensen die een spaarpotje hebben aangelegd. Harvard professor
Kenneth Rogoff poneert in het kader van de landencrisis een soortgelijke
stelling.

Hij stelt dat empirisch onderzoek van zijn faculteit heeft aangetoond dat een
debt/GDP ratio (schuld afgezet tegen het Bruto Nationaal Product) van meer
dan 90 procent nadelig is voor de economie van een land en de rode vlag
omhoog moet.

Helaas is de grens van 90 procent voor veel landen al lang verleden tijd.
Japan voert de lijst aan met 225 procent, Griekenland 144 procent, IJsland
124 procent, Italië 118 procent, België 98 procent en Ierland 96 procent
volgen, om er maar een paar te noemen. Ook de VS hebben onder Obama de 90
procent overschreden. Niet helemaal onbegrijpelijk dat de Republikeinen nu
proberen hun poot stijf te houden.

Gegevens van 44 landen over een periode van 200 jaar geven aan dat een
staatsschuld van meer dan 90 procent van het GDP gemiddeld 1 procent
economische groei op jaarbasis kost. Teveel inkomsten gaan dan naar rente en
aflossing.

En als de groei stagneert, stagneren ook die inkomsten. Een dergelijk land
komt in een neerwaartse spiraal terecht, die vaak alleen op te lossen is met
een crisis. In China is de debt/GDP ratio slechts 20 procent en in Rusland
12 procent. Dat zie je dan ook terug in de groeicijfers.

Het succes van sommige overschotlanden is dat de lagere inkomens door allerlei
restricties gedwongen zijn om hun geld bij de banken te stallen tegen door
de overheid laag gehouden rente. Op die manier hebben die landen dan een
goedkope financieringsbron. Banken spelen een belangrijke rol in de
financiering van een land. Zij trekken voor een deel het geld aan waarmee
staatsobligaties worden betaald en waarmee infrastructurele projecten worden
gefinancierd. Alleen hebben een aantal banken zich in het afgelopen
decennium ook bezig gehouden met zeer lucratieve maar minder constructieve
activiteiten, die uiteindelijk eindigden in de bankencrisis. En dat was
ongewenst. Dus is het zaak om de banken sterk en gezond te houden om de
financieringsrol binnen de economie te kunnen blijven vervullen.

Zwakke banken
En zo werd ook de stresstest in het leven geroepen, maar die heeft hier een
dubbele bodem. Want zwakke banken kunnen niet gedwongen meebetalen aan arme
(Euro) landen die al twintig jaar boven hun stand leven en nu het loodje
leggen. Die stresstest werkt overigens net zo als de Europese regels ten
aanzien de rating van staatsobligaties. Indien nodig voor de politieke
haalbaarheid worden de regels stante pede veranderd. Van de 91 Europese
banken zijn er 8 voor de stresstest gezakt en bevinden zich er 16 in de
gevarenzone. Maar dat is samen al meer dan een kwart van alle EU banken. Jan
Kees de Jager verklaarde met trots dat er geen Nederlandse banken waren
gezakt. Dus? Als er echt de klad in komt en een kwart van de Europese banken
slaat op tilt, dan komt de hele economie piepend tot stilstand, ook in
Nederland. Het is allemaal nogal relatief

Wij hebben soms het idee dat de lage rente van de laatste jaren de politiek,
maar ook de beleggers een beetje in slaap heeft gesust. Met een lage rente
ben je niet zo snel geneigd om je schulden af te lossen. Maar rente is niet
voor niets een vrouwelijk woord en dus veranderlijk. Binnen één of twee
jaren kan een rentevoet zich verdubbelen, maar in dezelfde periode is het
onmogelijk om de schulden te halveren. Integendeel, een hogere rente noopt
tot nog meer lenen en de spiraal is dan meteen duidelijk. Daar komt bij dat
er ook nog overheidsverplichtingen bestaan, welke bij beleggers niet of
nauwelijks bekend zijn. De garanties van de Amerikaanse overheid aan de
hypotheekbanken Fannie Mae en Freddie Mac bijvoorbeeld, werden pas in volle
omvang duidelijk tijdens de meltdown van 2008. Historisch gezien zijn
debt/GDP ratio’s van boven de 90 procent zeldzaam en van boven de 120
procent zeer zeldzaam. Dat Japan het al zo lang uithoudt boven de 200
procent heeft te maken met de structureel lage rente en het feit dat hun
staatsschuld voornamelijk binnenlands is gefinancierd. Maar de groei is daar
ook afwezig.

Dat bij een heel rijtje economisch belangrijke landen nu de rode vlag is
gehesen, betekent dat leven op de pof populairder is dan ooit. Rogoff en de
zijnen maken zich ernstige zorgen. Wij eigenlijk ook. Het kan natuurlijk
zijn dat het deze keer echt anders is. Het kan ook zijn dat ons hele
financiële bestel gevaar loopt te kantelen. Het eerste zou mooi zijn. Het
tweede is waarschijnlijker.

Rob Putter is zelfstandig vermogensadviseur voor financieel adviesbureau Uniquest.
De informatie in deze column bevat geen individueel beleggingsadvies of
aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Volg de markten op Z24 Beurs

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl