Rijke buitenlandse investeerders hebben nauwelijks interesse om hier een verblijfsvergunning te krijgen door geld in de Nederlandse economie te stoppen.

Sinds oktober 2013 heeft slechts een investeerder gebruik gemaakt van de speciale regeling, schrijft De Telegraaf zondag op basis van cijfers van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Wie meer dan 1,25 miljoen euro investeert door bijvoorbeeld een bedrijf op te zetten in Nederland, komt in aanmerking voor de verblijfsvergunning. In totaal zijn er tien aanvragen gedaan. Die zijn nog in behandeling of afgewezen.

Een woordvoerder van staatssecretaris Klaas Dijkhoff erkent in de krant dat de investeerdersregeling niet het gewenste resultaat heeft. Het ministerie bekijkt nu of de regels versoepeld kunnen worden.

Kleine IT-bedrijven lokken

Het plan komt uit de koker van oud-staatssecretaris Fred Teeven. Hij zei in 2013 dat de regeling niet bedoeld is voor “een rijke Chinees die een huis van 1,5 miljoen euro koopt in Wassenaar. Je moet bijvoorbeeld denken aan kleine IT-bedrijven, die langere tijd hier blijven.” Het is tevens niet de bedoeling dat criminelen hun miljoenen in Nederland parkeren. “Daarom toetst de IND of de vreemdeling een gevaar is voor de openbare orde of de nationale veiligheid”, aldus Teeven.

Niet onbelangrijk is verder dat  de vreemdeling een verklaring moet hebben van een Nederlands accountantsbureau met een vestiging in het land van herkomst, waarin staat dat het vermogen geen ‘malafide herkomst’ heeft. Ofwel: een vleugje Holland Promotion van Nederlandse accountantskantoren in het buitenland.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl