ANALYSE – Nederlandse spaarders merken er niets van, maar op financiële markten zitten kortlopende rentes aardig in de lift. De afgelopen dagen is hierbij een belangrijke grens gebroken.

De door zakenbank JPMorgan Chase becijferde gewogen rentestand voor ontwikkelde economieën is voor het eerst sinds 2009 boven de 1 procent uit gekomen. Een vergelijkbare index die Natwest Markets samenstelt, heeft dat niveau ook bereikt.

De rentestijging is voornamelijk te danken aan het beleid van de Amerikaanse Federal Reserve. Die verhoogde vorige week het belangrijkste rentetarief naar ruim 2 procent.

Het is een kwestie van tijd voordat andere centrale banken dit voorbeeld volgen. Zo is de Europese Centrale Bank (ECB) van plan om komende zomer de rente te verhogen.

Het vervelende nieuws voor spaarders is dat het nog even kan duren voordat ze daar wat van gaan merken. In de Verenigde Staten zijn banken behoorlijk traag met het doorberekenen van de oplopende Fed-rente in de spaarrente. Het verschil tussen beide rentes is inmiddels opgelopen tot meer dan anderhalf procentpunt.

Onrust op obligatiemarkt door Italië

Op de beurs kijken beleggers momenteel niet zo zeer naar de kortlopende rentes, maar vooral naar langlopende marktrentes voor staatsobligaties. Die aandacht wordt vooral gedreven door de begrotingsplannen van de Italiaanse regering van de populistische partijen Lega en de Vijfsterrenbeweging.

Na de presentatie van de Italiaanse begroting afgelopen week trok er een schokgolf door de obligatiemarkt. De regeringspartijen proberen zoveel mogelijk verkiezingsbeloftes in te lossen door onder meer een basisinkomen in te voeren en de pensioenleeftijd te verlagen. Deze maatregelen kosten echter behoorlijk wat geld.

Beleggers maken hierbij zorgen over de Italiaanse staatsschuld van 2.300 miljard euro, die nog verder dreigt op te lopen. Het renteverschil tussen Italiaanse en veilige Duitse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar is opgelopen tot ruim 3 procentpunten. Dat is dubbel zoveel als twaalf maanden geleden.

Euro lijdt door Italië

Door de Italiaanse perikelen is de euro in een week tijd met een slordige 2 procent gedaald ten opzichte van de dollar. Dit heeft weer te maken met de aanwakkerende vrees dat de kiem is gelegd voor een nieuwe Europese schuldencrisis.

De kans dat het zover komt is echter behoorlijk klein. Italiaanse huishoudens hebben bijna 10.000 miljard euro spaarrekeningen staan. Deze groep wordt hard geraakt als de regering echt de confrontatie zoekt met de Europese Unie en er twijfels ontstaan over de financiële betrouwbaarheid van Italiaanse banken.

De coalitie is niet blind voor de ontwikkelingen op financiële markten. Vicepremier Matteo Salvani vertelde al dat hij dagelijks het verschil tussen de Duitse en Italiaanse rente volgt.

De afgelopen dagen werd duidelijk dat de regering de begroting nog eens tegen het licht gaat houden. Het heeft er alle schijn van dat de Italiaanse crisis met een sisser afloopt. Dan zou de euro kunnen herstellen en krijgen spaarders rust.

Laurens Maartens is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij geeft commentaar op de actuele valuta-ontwikkelingen in kranten, op websites en op de radio.  Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.