Volgens sommigen is het nieuwe Regeerakkoord ‘het groenste ooit’. Veel minder bekend is dat er ook een stille revolutie gaande is in het bedrijfsleven, constateert risicodeskundige Raymond van der Heide. Een explosie aan innovatieve technieken op duurzaam energiegebied. Dat dwingt ook verzekeraars tot innovatie en creativiteit: hoe schat je de risico’s in van al die nieuwe technieken? Boeiende tijden voor ingenieurs in de verzekeringswereld.

De ‘binnenkant’ van het bedrijven

Er was een tijd dat duurzaamheid iets was waar vooral wetenschappers en beleidsambtenaren zich mee bezighielden. Ondernemers – met name het midden- en kleinbedrijf – deden mee wanneer nieuwe regels dat vereisten, vaak zuchtend bovendien. Wéér nieuwe milieuregels die extra geld kostten: zo prees Nederland zich internationaal toch uit de markt?

Ik ben als risicodeskundige een bevoorrecht mens. Er zijn waarschijnlijk weinig Nederlanders die de mogelijkheid krijgen zo veel bedrijven aan de ‘binnenkant’ te bekijken als ik. Met binnenkant bedoel ik: de bedrijfsvoering, maar ook de productietechnieken. Want die willen ondernemers graag verzekeren. Ik kom in zo’n geval langs om de risico’s te beoordelen, vaak tips te geven om de veiligheid te vergroten, en afspraken (over onderhoud bijvoorbeeld) te maken. Op die manier krijg ik een goed beeld van de innovaties die zich in het Nederlands bedrijfsleven afspelen.

Genieten van duurzame innovaties

Wat ik zie, is dat zich de laatste jaren een stille revolutie aan het voltrekken is. Ik sta versteld van de onnoemelijk veel innovatieve manieren waarop bedrijven met nieuwe, duurzame technieken bezig zijn. En vaak niet eens omdat het moet van de wetgever, zoals vroeger. Ze vinden het leuk, belangrijk, economisch rendabel ook (al spelen subsidies hierbij vaak nog steeds een belangrijke rol).

Ik kan echt genieten van al die manieren waarop kleine en grote ondernemers met duurzaamheid bezig zijn, met name met duurzame energieopwekking of -besparing. Neem het boerenbedrijf. Ruim tien jaar geleden begon een handjevol boeren ermee: de vergisting van mest tot biogas om hiermee elektriciteit op te wekken. Tegenwoordig zijn de biovergistingsinstallaties niet meer weg te denken van ons platteland. Per boer worden op die manier honderden huishoudens van elektriciteit voorzien. En de projecten worden op steeds grotere schaal uitgevoerd. Kijk hier voor een voorbeeld van zo’n biogasinstallatie.

Vormgeving en esthetiek rukken op

Biovergisting is een techniek die vrij algemeen wordt toegepast. Er zijn daarnaast tientallen nieuwe technieken die (nu nog) veel onbekender zijn. Een van die ontwikkelingen is dat (bedrijfs)gebouwen op allerlei manieren zonlicht in energie omzetten. Complete gevels fungeren soms als zonnepanelen. Maar die lijken vaak totaal niet meer op de zonnepanelen die we gewend zijn. Vormgevers en architecten hebben zich op duurzame (energie-opwekkende) materialen gestort. Kijk hier voor een mooi voorbeeld van ‘esthetisch verantwoord’ zonne-energie oogsten met je pand.

Er zijn vele andere manieren om energie op te wekken met je bedrijfspand. Speciale coatings op de ramen aanbrengen bijvoorbeeld. Het meest veelbelovend vind ik vooralsnog de verdere verbetering van de warmtepomp. Een warmtepomp kan warmte of koude onttrekken aan zijn omgeving en gebruiken voor andere toepassingen. De WarmteWinMuur is daar een mooi voorbeeld van. De warmtepomp is ideaal om allerlei vormen van restwarmte te hergebruiken. Want restwarmte gaat helaas nog veel te vaak gewoon verloren.

Energiebesparing wordt wettelijk verplicht

Het meest rigoureuze voorbeeld van het hergebruik speelt zich af in het Westland. Daar wordt hard gewerkt om de restwarmte van de Rotterdamse haven te gebruiken om onder meer kassen te verwarmen. Maar ook op veel kleinere schaal bij particulieren in huis zijn er tal van initiatieven om restwarmte te hergebruiken. Die van computerservers bijvoorbeeld.

De meeste ondernemers werken aan zulke initiatieven omdat ze het belangrijk en vaak gewoon leuk vinden. Wat velen niet weten, is dat het vanaf 1 januari 2019 zeer waarschijnlijk zelfs verplicht wordt om energiebesparende maatregelen in te voeren als die zich binnen vijf jaar terugbetalen. Op die datum wordt, zoals het er nu voor staat, het Besluit bouwwerken leefomgeving van kracht (hierin onder meer het voormalige ‘Bouwbesluit’), waarin die bepaling – uitzonderingen daargelaten – zwart op wit staat.

Verzekeraars cruciaal voor innovatie

Ook voor mijn vak heeft de stille duurzaamheidsrevolutie grote consequenties. Hoe gaan verzekeraars al die nieuwe technieken verzekeren? De meeste innovaties zijn zo nieuw, dat we weinig ervaring hebben met de mogelijke gevaren. Veel vernieuwingen spelen zich bijvoorbeeld af rond de ópslag van (duurzame) energie, ofwel accu’s. Er zijn helaas al forse kleine én grote schades gemeld met als oorzaak accu’s. Met nieuwe typen accu’s wil nog wel eens wat mis gaan, zoals dit filmpje bewijst.

Dit vraagt om innovatie en creativiteit in de verzekeringssector. Wij moeten leren om zulke risico’s te beoordelen zodat ze verzekerd kunnen worden. En dat is weer essentieel voor verdere vooruitgang, want aan technieken die niet verzekerd kunnen worden, zullen veel bedrijven hun vingers niet willen branden. Dat geeft aan hoe belangrijk de rol van verzekeraars is voor innovatie en economische groei.

Het geeft ook aan hoe belangrijk de inzet is in de verzekeringsbranche van goede ingenieurs, die op de hoogte zijn van de nieuwste technieken. Maar weinig mensen weten hoeveel ingenieurs er in ons vak rondlopen, ik ben er zelf een van. De huidige tijd maakt ons werk alleen maar boeiender.

In een reeks bijdragen laat risico-expert Raymond van der Heide van Interpolis bedrijven zien hoe ze doordacht kunnen omgaan met risico’s. Interpolis is partnerexpert van Business Insider Nederland.