- In april 2025 produceerde de Nederlandse industrie 0,5 procent minder dan een jaar eerder, in maart steeg de productie nog met 1,4 procent..
- Meer dan de helft van de industriële bedrijfsklassen liet een afname zien; vooral de chemie kromp.
- Het producentenvertrouwen in Nederland daalde opnieuw, terwijl in Duitsland het vertrouwen licht verbeterde ondanks een forse productiedaling.
- Lees ook: Brussel wil een fonds oprichten om investeringen in techbedrijven te stimuleren
In april produceerde de Nederlandse industrie minder dan een jaar eerder. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) lag de industriële productie 0,5 procent lager dan in april 2024, terwijl er in maart nog sprake was van een stijging van 1,4 procent.
Ruim de helft van alle industriële bedrijfsklassen zette in april minder om dan in dezelfde maand vorig jaar. Van de acht grootste branches kende de chemische industrie de sterkste daling, terwijl de voedingsmiddelenindustrie juist de grootste groei liet zien.
Van maart op april nam de productie met 1 procent af. In mei 2020, tijdens de coronacrisis, bereikte de industriële productie een dieptepunt. Daarna steeg de productie tot mei 2022. Sindsdien is de trend omgeslagen.
Het CBS meldt verder dat het vertrouwen van producenten in mei verder is afgenomen. Dat komt vooral doordat fabrikanten opnieuw minder positief waren over de verwachte productie.
In Duitsland, een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie, was het vertrouwen van producenten in mei voor de vijfde maand op rij minder negatief dan een maand eerder. De productie van de Duitse industrie lag in april 2,5 procent lager dan een jaar eerder. Vergeleken met maart daalde de Duitse productie met 1,8 procent.