Dat liet de president van IJsland dinsdag op een persconferentie
in Reykjavik weten.

Woensdag 30 december stemde een hele kleine meerderheid in het IJslandse
parlement voor de wet waarin wordt geregeld hoe IJsland de 1,3 en 2,5
miljard euro aan respectievelijk Nederland en Groot-Brittanië moet
terugbetalen.

Grímsson draalt al dagen met het ondertekenen van de wet omdat hij vindt dat
het IJslandse volk in een referendum zou moeten beslissen. Nu hij geen
handtekening onder de wet heeft gezet, komt er een volksraadpleging.

‘Zeer teleurgesteld’
Minister Bos van Financiën is "zeer teleurgesteld" over de stap
van de IJslandse president. Hij wil dat de IJslandse regering snel een
toelichting geeft op de situatie die nu is ontstaan. Het uitblijven van een
oplossing vindt hij onaanvaardbaar.

Volgens Bos blijft staan dat IJsland verplicht is terug te betalen aan ons
land.

Als drukmiddel kunnen Nederland en Groot-Brittannië een voor IJsland
noodzakelijke lening van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) blokkeren.
Daardoor zou de IJslandse economie zo goed als failliet gaan, omdat de
regering eenvoudig het geld ontbeert om bestaande leningen aan derden terug
te betalen.

In de praktijk valt het terug te betalen bedrag overigens relatief mee.
Weliswaar is de schuld aan Nederland nu zo'n 1,3 miljard euro, maar
bijna 90 procent
lijkt uit de boedel van de failliette bank te kunnen
komen. De IJslandse bevolking moet waarschijnlijk een bedrag tussen de 300
en 500 miljoen euro opbrengen.

Lees ook:

Britten 'teleurgesteld' na weigering IJsland

Scandinavische lening aan IJsland op de tocht

Analyse Thijs Peters: IJsland schiet in eigen voet

IJslandse econoom: 'We kunnen schuld terugbetalen'

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl