Een particulier kocht eind 2011 voor 225.000 euro een Porsche 911 Carrera uit 1973.

Eind 2017, ruim zes jaar later, liet de koper de auto nader onderzoeken. Uit de rapportage kwam naar voren dat er zeer waarschijnlijk gerommeld was met het chassisnummer, waardoor er gerede twijfel was over de authenticiteit van de Porsche.

De koper vond op basis van dit rapport dat het vaststond dat de Porsche die hij gekocht had niet de originele Porsche was, maar een replica daarvan. De overeenkomst zou daarom niet geldig zijn en hij stapte naar de rechter. Die deed in januari 2019 uitspraak in deze opmerkelijke zaak; het vonnis is op 12 april openbaar gemaakt.

Volgens de koper was er sprake van een non-conformiteit. Dit houdt in dat de aankoop niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Bovendien had hij gedwaald bij het aangaan van de deal.

De koper vorderde (onder meer) ontbinding van de overeenkomst. Hij wilde niet alleen terugbetaling van de koopsom, maar ook een vergoeding voor de gederfde winst bij doorverkopen. De nep-Porsche kon hij immers niet meer slijten aan een nieuwe koper. Dat kwam alles bij elkaar neer op ruim acht ton.

Is de Porsche 'compleet origineel'?

De particulier zou bij aankoop gevraagd hebben naar de echtheid van de Porsche. Die was "compleet origineel", zou de verkoper hebben gezegd. Alleen de motor was een keer vervangen.

Dat laatste bevestigde de verkoper tegenover de rechter, maar hij betwistte dat hij had beweerd dat de klassieke sportwagen in originele staat verkeerde.

Tijdens het proces was al duidelijk geworden dat de koper wist dat de Porsche op enig moment gerestaureerd was, waarbij niet alleen onderdelen gerepareerd maar ook vervangen waren – inclusief de motor. De rechtbank concludeerde daarom dat de koper niet mocht verwachten dat de Porsche zich nog in de toestand bevond zoals die in 1973 uit de fabriek kwam rollen. Op dit punt zag de rechter onvoldoende reden om de overeenkomst te ontbinden.

Vals chassisnummer, dus replica

Maar er was nog een kans voor de koper: was het chassisnummer ook vervalst? Onderzoek van een gespecialiseerd bedrijf wees uit dat dit waarschijnlijk het geval is. Het chassisnummer ziet er volgens de eindrapportage verdacht uit: "De nummers staan er nogal rommelig in. Belangrijkste echter is de * links en rechts van het chassisnummer. Deze is foutief. Dit hoort een ster te zijn met 8 pootjes."

Een vervalst chassisnummer is volgens de rechter in beginsel reden om de overeenkomst te ontbinden. De echtheid van het chassisnummer is namelijk van wezenlijk belang voor het kunnen toekennen van een kenteken en voor de verhandelbaarheid van de auto. Uit het feit dat het chassisnummer mogelijk vals was, leidde de koper zelf al af dat de Porsche niet origineel was, maar een veel goedkopere replica.

Toch was er volgens de rechtbank een vraag die eerst beantwoord moest worden: had de koper voor het zetten van de handtekening voldoende onderzoek verricht naar de authenticiteit van de Porsche en de juistheid van het chassisnummer? Van de Porsche uit 1973 was namelijk geen historische documentatie voorhanden – toch iets dat argwaan had moeten wekken.

Onderzoek naar originaliteit Porsche

Juist omdat de koper de Porsche ook aanschafte als beleggingsobject vond de rechter dat het stellen van een enkele vraag naar de echtheid niet voldoende was. De koper had ook nadere vragen over het chassisnummer moeten stellen en daar ook zelf nader onderzoek naar moeten doen. Temeer omdat de koper de originaliteit als een belangrijke voorwaarde voor de koop zag en de juistheid van het chassisnummer daarvan zelfs als een wezenlijk element beschouwde.

De rechtbank kwam tot de slotsom dat de koper voor de aankoop zelf onderzoek naar het chassisnummer van de Porsche had kunnen doen. Dat is niet gebeurd, dus heeft de koper het recht om nu een beroep op non-conformiteit te doen verspeeld.

Deze uitspraak is een goed voorbeeld van de onderzoeksplicht die op een koper kan rusten. Voldoet een koper niet aan de onderzoeksplicht, dan kan hij, ook bij een non-conformiteit, dus nog steeds achter het net vissen.

Hein Hoogendoorn studeerde Nederlands recht en Fiscaal recht en is sinds 2008 advocaat. Sinds november 2013 is hij verbonden aan AMS Advocaten. Hein legt zich voornamelijk toe op het procederen en adviseren op het gebied van ondernemingsrechtinsolventierechtverbintenissenrecht en incasso